Koen Wouters blikt terug op zijn gedurfde stal
Eerst de zeugen laten werpen in een superluxe kraamhok dat van alle gemakken is voorzien. Na een week de zeug met biggen via een muurdeurtje verplaatsen naar een kraamhok met vrije rondloop. Veel varkenshouders zagen destijds de grote potentie van het systeem, maar tegelijkertijd durfden ze het systeem zelf nog niet aan op hun eigen bedrijf. Ze wilden eerst afwachten of het systeem werkt.
Nu bijna drie jaar later vertellen Koen en Charlotte Wouters over hun ervaringen met het systeem waarmee nog geen enkele andere Nederlandse varkenshouder ervaring mee heeft. Koen Wouters is de gastspreker op de Pig Business thema-avond Huisvesting op 18 november in Nederweert-Eind.
Ronde hoeken verwijderd
Het echtpaar heeft op hun thuislocatie in Bergeijk een vermeerderingsbedrijf met 832 zeugen. In ‘blauw’ zoals ze de poliklinische kraamhokken noemen, is in drie jaar weinig veranderd. De poliklinische kraamhokken zijn voorzien van beweegbare vloeren voor het tegengaan van doodliggers, beide lange zijden van het hok hebben een biggennest met vloerverwarming met daarboven lange doorzichtige kappen voor behoud van warmte en de vier hoeken in het hok zijn rond gemaakt, zodat pasgeboren biggen niet in een hoek kunnen gaan kou kleumen. Tot slot worden alle kraamzeugen volledig automatisch gevoerd met de computergestuurde droogvoerinstallatie (CDI).
„We hebben alleen de ronde hoeken aan de achterkant van het hok verwijderd”, zegt Koen Wouters over de aanpassingen aan kraamhok ‘blauw’. „De ronde hoeken zijn losse elementen en bij het schoonmaken moeten we ze één voor één verwijderen. Later als er weer een zeug staat, moeten we ze allemaal weer terugzetten.” Charlotte vult aan. „Voor de biggen werken de ronde hoeken wel, maar voor ons niet. Het is te arbeidsintensief.” Een oplossing zou volgens hen zijn om de ronde hoeken te verwerken in de hokafscheiding. „Maar dat was en is nog steeds niet op de markt verkrijgbaar.”
Drinkbakken vervangen
Opvallend aan de 90 poliklinische kraamhokken zijn de witte muurdeurtjes in elk kraamhok. Ruim een week na het werpen verlaat de zeug het luxe kraamhok en gaat onder begeleiding door het deurtje naar de andere afdeling. Aan de andere zijde van de muur zijn de vrijloop kraamhokken, ofwel de afdelingen met kleurcode ‘rood’. De 90 hokken zijn 1,90 breed en 2,70 meter lang met alleen een voerbak en afgeschermd biggennest. Beugels aan de zijkanten moeten het doodliggen tegengaan.
Vooraf had Wouters al de meeste bedenkingen bij dit systeem, omdat er nog weinig praktijkervaring mee was. Hij moet concluderen dat de meeste aanpassingen zijn doorgevoerd. De drinkbakken met vlotter die bedoeld waren voor zowel de zeug als biggen zijn verwijderd, omdat teveel zeugen hun behoeftes in de bakken deden. Er is nu een drinknippel aangebracht in de voertrog van de zeug met een aftakking voor de biggen.
Last van doodliggers
Een ander probleem waar ze nog niet direct een oplossing voor hebben gevonden, is het doodliggen. Zeker in de eerste paar dagen na het overleggen, merken Koen en Charlotte dat de uitval door doodliggers piekt. Dat effect wordt nog eens versterkt op warme dagen als de afdelingstemperatuur oploopt. „We moeten kunnen sturen op de ruimtetemperatuur, zodat de biggen voor de onderkruip als ligplaats kiezen. Het liggedrag van de biggen is allesbepalend”, legt Koen uit.
Ze hebben al 15 kraamhokken van extra valbeugels voorzien en ze laten de eerste drie dagen na het overleggen de nachtverlichting in de afdeling aan om het doodliggen tegen te gaan. Toch valt nog een paar procent van de biggen in de eerste paar dagen van de vrijloophokken af.
Nieuwe biggenstal
Op hun erf in Bergeijk zijn ze druk bezig met de bouw van een gespeende-biggenstal. De biggen vervoert Wouters nu nog direct na spenen naar een voergeldlocatie in Nederweert. Daarnaast houdt het gezin, dat in 1998 in de varkenshouderij startte, nog 450 zeugen op een huurlocatie in Westerhoven. Hij wil de speenbiggen in Bergeijk nu in eigen beheer gaan verzorgen. „Wij denken dat we er zo meer uit kunnen halen.”
Terugkijkend op hun systeem met poliklinische kraamhokken en vrijloop kraamhokken, zegt het koppel dat ze weer voor hetzelfde systeem zouden kiezen. „We werken fijn in de stallen en het is nu een kwestie van optimaliseren”, zegt Koen Wouters. „Het werpproces werkt perfect, alleen als we de uitval in ‘rood’ nog een paar procent zouden krijgen, ben ik helemaal blij”, vult Charlotte hem aan. Ondanks de problemen in het vrijloop kraamhok, zou het tweetal weer voor loslopende zeugen kiezen. „We zien graag de zeug los lopen. Bovendien denken wij dat het perfecte kraamhok niet bestaat. Een kraamhok bouwen is altijd compromissen doen.”
Tekst: Ruben van Boekel
Beeld: Agrio archief