‘Afdelingstemperatuur bepalend voor aantal doodliggers’
Dit deelde Koen Wouters gisteren mee aan de bijna 100 bezoekers op de Pig Business thema-avond Huisvesting in Nederweert-Eind. „Eigenlijk moet de afdelingstemperatuur constant 20 graden Celsius zijn om het liggedrag van de biggen goed te sturen. Alleen heel veel dagen is het warmer dan 20 graden Celsius en kunnen wij niet sturen op liggedrag.”
Verhoogde piek
Koen Wouters en zijn vrouw Charlotte uit Bergeijk namen in januari 2013 hun stallen voor 832 zeugen in gebruik. Eerst laten ze de zeugen werpen in een superluxe kraamhok dat van alle gemakken is voorzien. Dit kraamhok werkt precies zoals ze hadden verwacht en hier hebben ze dan ook weinig veranderd. De grootste uitdaging begint acht dagen na het werpen als ze de zeug en biggen verplaatsen van het poliklinische kraamhok naar het vrijloopkraamhok. Ze constateren de eerste dagen daarna altijd een piek van een paar procent in het aantal doodliggers.
Om dit tegen te gaan, hebben ze al bij wijze van proef een aantal vrijloopkraamhokken uitgerust met extra valbeugels. Wouters merkt al een positief verschil met hokken waar standaard maar één valbeugel aanwezig is. Ook laten ze eerste paar dagen na het verplaatsen van de dieren continu de verlichting aan in de afdeling. Hoewel hij het niet met harde cijfers kan onderbouwen, is zijn gevoel dat dit ook een positief effect heeft op het aantal doodliggers. Toch pakken volgens hem deze zaken het probleem niet bij de oorzaak aan. „We moeten kunnen koelen, zodat de biggen voor de onderkruip als ligplaats kiezen. Het liggedrag van de biggen is allesbepalend.”
Stalen driekantroosters
Uit het publiek krijgt Wouters veel vragen en suggesties om het aantal doodliggers tegen te gaan in het vrijloopkraamhok. „Als je de kunststofroosters vervangt door bijvoorbeeld stalen driekantroosters, kun je dan al niet veel meer sturen op het liggedrag van de biggen? Want ik denk dat je ook niet vaak biggen op de gietijzeren roosters biggen ziet liggen”, vraagt een aanwezige varkenshouders zich hardop af.
„Ik denk het wel", reageert Koen Wouters. „Maar stalen roosters hebben natuurlijk ook een verhoogd prijskaartje.” In het vrijloopkraamhok heeft hij nu een strook met gietijzeren roosters met daarom heen de kunststofroosters . „Je ziet bijna nooit de biggen op de gietijzeren roosters liggen, omdat deze koud aanvoelen. Maar ik vind het ook frappant om te zien dat de zeug meestal niet op de gietijzeren roosters gaat liggen. En dat kan ik eigenlijk niet verklaren.”
Bescherming wegvalt
Een andere bezoeker merkt op dat de big de eerste acht dagen optimaal beschermd wordt door de zeug die op de beweegbare vloer op een vaste plaats ligt. Na het verplaatsen van de dieren naar het vrijloopkraamhok valt ineens al die bescherming voor de big weg. „Kan het zijn dat de big daar niet gewend aan is”, vraagt de bezoeker zich af. Koen zegt dat Charlotte en hij daar ook wel eens discussie over hebben. „Zij zegt dat we de hele periode de beweegbare vloeren moeten gebruiken, omdat we ze daar voor hebben gebouwd. Daar heeft ze gelijk in, maar ik denk soms dat als je deze een paar dagen voor het verplaatsen uitzet zo de big beter voorbereid op het vrijloopkraamhok.”
Vervolgens vraagt een varkenshouder zich af of je met luchtsturing van onder de roosters niet beter het liggedrag van de biggen kunt sturen. Wouters denkt van wel en zegt dat hij nu toch al weinig op klimaat kan sturen. „We hebben nu hetzelfde ventilatiesysteem bij zowel de poliklinische kraamhokken als bij de vrijloopkraamhokken. Bij de kraamboxen werkt dat perfect omdat je daar weinig hoeft te sturen op liggedrag van de biggen, alleen bij vrijloopkraamhokken kan ik op warme dagen niet sturen. Dat blijft een issue en daar blijven Charlotte en ik ons dan ook op richten.”
Tekst: Ruben van Boekel