Consumptie varkensvlees stijgt tot onvrede van Wakker Dier
Wakker Dier is niet blij met deze uitkomst. „Zeer verontrustend nieuws”, noemt woordvoerster Anne Hilhorst van Wakker Dier deze ontwikkeling. Er was gerekend op een vermindering of stabilisatie van de vleesconsumptie. De stijging is voor Wakker Dier opvallend, want eerder dit jaar constateerde marktbureau IRI dat supermarkten minder vers vlees verkopen.
De precieze oorzaken voor de stijging zijn niet bekend en mogelijk divers. Omdat de supermarkten minder vlees verkopen, lijkt het erop dat meer mensen vlees buiten de deur eten. „Aangezien de horeca-uitgaven sterk zijn gestegen, is het aannemelijk dat dit een rol speelt,” denkt Hilhorst. Het IRI- onderzoek kon echter op de nodige kritiek rekenen en velen veronderstelden al dat dit marktonderzoek verre van betrouwbaar was. Dat blijkt nu ook, want er is geen afname van de gehele consumptie, zo blijkt uit het Wageningse onderzoek.
In het onderzoek van Wageningen Economic Research wordt het vleesverbruik van Nederland vast gesteld. Vleesverbruik wordt gemeten in karkasgewicht: vlees inclusief botten. Dat betekent dat niet al deze kilo’s in de maag eindigen. Ruwweg de helft van de 77,2 kilo wordt daadwerkelijk geconsumeerd.
Gehypte foodtrend
„Minder vlees eten lijkt populair, maar de werkelijkheid is kennelijk weerbarstiger,” zegt Hilhorst. De stijging staat haaks op de foodtrends van de laatste jaren. Vegetarisch, vegan, flexitarisme (vleesminderen): plantaardig eten won terrein. Waar in het verleden amper één vegetarische optie op de menukaart stond, zien we er tegenwoordig vele.
„Het leek tijd voor de bietenbal,” zegt Hilhorst. „En dan deze stijging.“ De foodtrend van ‘vleesminderen’ is dus blijkbaar veel minder een trend, maar een hype die met veel bombarie in stand lijk te worden gehouden door schreeuwerige campagnes en steeds maar weer herhalende uitingen; in de hoop dat door herhaling ‘vleesminderen’ een feit wordt. Dat de Nederlander nu ook kiest voor niet-vlees producten betekent schijnbaar niet dat ze ineens plantaardig gaan eten.
Supermarkten boosdoener
Vlees blijft zijn ontegenzeggelijke kwaliteiten in smaak en voedingswaarde behouden en de Nederlander laat zich dus niet beïnvloeden door organisaties als Wakker Dier. De organisatie legt de ‘schuld’ van de toegenomen vleesconsumptie bij de supermarkten en restaurants neer.
„Zij voeden ons op”, zegt Hilhorst. „Het consumptiepatroon wordt bepaald door voedselvaardigheden, culturele betekenissen van voedsel en de voedselomgeving. Dit laatste houdt in hoe eten wordt aangeboden en gepresenteerd, bijvoorbeeld in reclame. Supermarkten en restaurants kunnen dus consumenten beïnvloeden om meer of juist minder vlees te eten.”
‘Eet Geen Dierendag’
Wakker Dier vindt het belangrijk dat Nederlanders minder vlees gaan eten en gaat onverminderd door. Op 4 oktober organiseert ze ‘Eet Geen Dierendag’; waar ze oproept dat bedrijven en cateraars die dag het bedrijfsrestaurant vegetarisch in te richten. Zodat het gemakkelijk en logisch is voor werknemers om tijdens de lunch geen vlees te eten. Wakker Dier wil ‘vleesminderen’ voor de dieren, het klimaat en de volksgezondheid.
Inmiddels blijken vooral de laatste twee redenen om vlees te laten staan, steeds minder nadrukkelijk te zijn. De landbouw haalt haar klimaatdoelstellingen als enige sector in Nederland en wat betreft gezondheid heeft vlees geen nadelige effecten (Het EAT-Lancet rapport dat rood vlees kankerverwekkend is, kan niet als referentie gebruikt worden, omdat dit geen goed onderzoek is en zwaar gefinancierd werd door de plantaardige dieet wereld). ‘Dieettechnisch’ kan de Nederlander wel minder vlees eten. Volgens het Voedingscentrum zou de helft van de huidige vleesconsumptie voldoende zijn.
Tekst: Reinout Burgers
Al bijna 25 jaar volg en schrijf ik als journalist onder meer over de varkenshouderij en pluimveehouderij. Twee uiterst boeiende en dynamische sectoren met veel gepassioneerde ondernemers.
Bronnen: Wakker Dier, Wageningen Economic Research