Hester Maij: ‘Extra subsidie en meer marktmacht voor boeren’
De commissie kreeg van minister Schouten de opdracht om te onderzoeken welke maatregelen nodig zijn om ervoor te zorgen dat boeren gewoon rond kunnen komen als zij overstappen op kringlooplandbouw, waarbij er zo min mogelijk grondstoffen worden gebruikt door hergebruik van producten. Naast voorzitter Maij zitten daarin onder andere econome Barbara Baarsma, AgriFirm-directeur Ruud Tijssens en oud-NAJK-bestuurslid Sander Thus.
Maar uit het rapport wordt duidelijke dat als de boeren de overgang willen en kunnen maken naar duurzame landbouw die het bodemleven, grondwater en biodiversiteit sparen, dan stelt de taskforce dat het gangbaar geproduceerd voedsel fors duurder moet worden. Anders zal de boer tijdens de overgang naar kringlooplandbouw het hoofd niet boven water houden. Zo krijgt een boer maar 15 procent van elke euro die er wordt uitgegeven aan een ui en gaat 70 procent naar de supermarkt. Van elke kipfilet gaat 20 procent naar de boer, terwijl pluimveeverwerkende industrie 65 procent in zijn zak steekt.
Bezorgd over boereninkomen
De Taskforce vindt verder dat de negatieve effecten van conventionele landbouw als uitstoot van broeikasgassen en vervuiling van lucht, bodem en water, nu niet worden beprijsd. Maat tegelijkertijd worden de positieve effecten op bijvoorbeeld het herstel van de biodiversiteit en landschapsbeheer in de kringlooplandbouw niet beloond.
Daarnaast baart het inkomen van boeren de commissie zorgen. Uit cijfers van Agrimatie blijkt dat het gemiddelde gezinsinkomen van agrariërs in 2018 op 60.000 euro uitkomt. Dat is ver boven modaal, maar de inkomensongelijkheid onder boeren is groot. „De voorbije jaren had minimaal 20 procent van de boeren een inkomen onder de lage inkomensgrens van ongeveer 25.000 euro”, schrijven de opstellers van het rapport.
Hogere prijzen noodzakelijk
De taskforce meent dan ook dat de overheid niets anders rest dan de gangbare landbouw te beprijzen. Consumenten zijn tot op heden namelijk nauwelijks bereid om extra te betalen voor duurzaam geproduceerd voedsel. De opbrengst ervan moet wel weer naar de boeren als ondersteuning voor de omschakeling naar kringlooplandbouw.
Die hoger prijzen zijn er echter niet van vandaag op morgen te realiseren, want daarvoor zal Nederland internationale en vooral Europese afspraken moeten maken en er zijn op dit moment weinig landen die politiek de kringlooplandbouw ondersteunen. Driekwart van wat de Nederlandse boer produceert gaat bovendien de grens over en hetgeen er op de Nederlandse borden ligt, komt voor het merendeel uit het buitenland. De taskforce denkt wel dat Nederland in Europa veel te weeg kan brengen, want 80 procent van wat de agrarische sector exporteert blijft binnen de EU, vooral in de ons omringende landen.
Extra subsidie
Er zijn volgens het rapport van Maij wel maatregelen waarmee direct gestart kan worden. Zo adviseert de taskforce subsidie voor boeren die overgaan tot kringlooplandbouw en bestaande Europese subsidie te reserveren voor de boeren. Daarnaast moeten alle partijen, van boer tot importeur en supermarkt, gegevens aanleveren over zaken milieueffecten die meetbaar zijn. Zo kan de overheid een heffing in het leven roepen op producten die nadelige milieu- en klimaateffecten heeft.
Winkeliers en supermarkten moeten consumenten prikkelen om over te gaan op duurzame boodschappen. Duurzaam geproduceerd voedsel zou een betere plaats in het schap kunnen krijgen of er kan extra reclame voor gemaakt worden.
Tekst: Reinout Burgers
Al bijna 25 jaar volg en schrijf ik als journalist onder meer over de varkenshouderij en pluimveehouderij. Twee uiterst boeiende en dynamische sectoren met veel gepassioneerde ondernemers.
Beeld: Lauk Bouhuijzen
Bron: Ministerie van LNV