'De tijd van individualisme is voorbij'
In de afgelopen weken zijn er kritische kanttekeningen geplaats van buiten de varkenshouderij over de koers die de POV de komende jaren wil varen. Eén van de aspecten van de koers is het richten op de afzet in Azië en vooral China. De mening is echter dat de Nederlandse varkenshouderij nooit op kostprijs kan concurreren in China, want alleen al Amerika kan een varken leveren voor 1 euro per kilo.
Drie pijlers
Het plan lijkt volgens sommigen dus al niet realistisch. Maar volgens Eric Douma en POV-voorzitter Ingrid Jansen wordt er nu teveel nadruk gelegd op dat ene aspect in de komende koers van het traject Vitale Varkenshouderij. „De koers bestaat uit drie pijlers: Ketenversterking, kostenverlaging en faciliteren van wijkers en blijvers”, reageert Eric Douma.
„Om de nadruk alleen op de export naar China te leggen, is daarom te simpel. Dat is slechts een onderdeel. Als POV zijn we nu een jaar bezig met de ombuiging naar een vitale varkenshouderij. De oplossing komt niet in twee dagen. Dat moet gefaseerd gebeuren. Tijdens de ledenvergadering vonden de leden dat we het perfect opgepikt hebben en eerst met hen in overleg waren gegaan en pas daarna met de buitenwereld. We hebben maximaal draagvlak onder de leden.”
„De eerste fase hebben we opgeleverd”, voegt Ingrid Jansen toe. „Eerst de analyse gemaakt en de diagnose besproken met de leden. De volgende stap is het behandelplan. We geloven dat dit de juiste aanpak is.”
Hollands varken
De invulling van de strategie gaat dus de komende tijd gemaakt worden. Dat geldt ook voor de uitwerking van het Holland Varken. Tot nu toe is dit slechts een naam, die aangeeft dat het kwaliteitsvarken uit Nederland beter op de wereldmarkt gepositioneerd moet worden, maar wat het Hollands Varkens is en hoe een betere positionering te krijgen, wordt wederom samen met de varkenshouders en ketenpartijen binnenkort ingevuld. Jansen: „Als we nu al een concreter invulling hadden dan lopen we voor de troepen uit en dat is niet de bedoeling. Het gaat echter wel over het opzetten van een Ketenkwaliteitssysteem.”
„We hebben nu geanalyseerd wat de Nederlandse varkenshouderij doet”, legt Douma uit. „Daaruit komt naar voren dat we door de extra regels in dierwelzijn, milieu en mest een 20 cent hogere kostprijs hebben. We moeten dit daarom goed zien te verwaarden en een ‘status apart’ voor onze varkens creëren. We produceren namelijk ‘Top of the Bill’ varkens. Dit varken en imago moeten wij verkopen en de komende tijd bepalen hoe we dit kwaliteitsproduct in de markt wegzetten. Dat kan alleen in een combinatie van producenten en marktpartijen die samenwerken.”
Jansen: „Overigens kijken we niet alleen naar het Hollandse varken, maar ook naar de biggen. We verliezen terrein aan de Denen en moeten inzicht krijgen in welke lessen we hieruit kunnen leren. Ook dit gaat over de ketenkwaliteit.”
Stoppers
Op dit moment stoppen varkenshouders een versneld tempo met hun bedrijf. Hoewel één van de pijlers in de strategie over wijkers en blijvers gaat, is er nog geen concreet actieplan door de belangenbehartigers en politiek om de huidige stoppers te ondersteunen. Had daar niet een plan klaar moeten liggen? Jansen en Douma vinden die kritiek onterecht. „Als je ziet wat er de afgelopen tien jaar is gebeurd”, vertelt Douma. „De kostprijs is door alle extra regels met 20 cent verhoogd, maar de opbrengsten niet. Dat zet onze ‘Top of the Bill’ producten behoorlijk onder druk.”
„Normaliter heb je te maken met de reguliere varkenscyclus van goede en slechte jaren”, legt Jansen verder uit. „Maar in de goede jaren is het niet mogelijk geweest om voldoende buffer op te bouwen door de extra eisen en kosten. Daarbij komt ook nog de Russische boycot. Gevolg is dat niet één op tien Nederlandse varkenshouders stopt, maar eerder vijf op tien. We moeten daarom terug naar de situatie van voorheen van kostenreductie en opbrengstverhoging, zodat we straks een sterke Nederlandse varkenshoudersector krijgen. Daarbij stijgt het collectief belang boven het individueel belang uit. De tijd van individualisme is voorbij. We moeten samen een vuist maken in een collectieve ketenstrategie. Een regeling voor de wijkers realiseer je daarbij niet van vandaag op morgen, maar dat gaan we verder uitwerken in de tweede fase.”
Nieuwe staatsecretaris
De strategie van de POV is nog maar nauwelijks neergezet of de nieuwe landbouwstaatssecretaris Martijn van Dam lijkt de spreekwoordelijke bom onder deze koers te leggen. De staatssecretaris gaf onlangs aan dat producten in de regio van het bedrijf moeten worden afgezet en producenten zich niet meer gaan richten op kwantiteit, maar op kwaliteit. Ook wil hij dat de Nederlandse landbouw meer kennis gaat exporteren in plaats van voedsel.
„We zijn in gesprek met Van Dam en dit is niet de visie die wij van hem ontvangen”, reageert Douma. „Zover wij het kunnen zien, onderschrijft Van Dam het rapport van Rosenthal nog steeds”, besluit Jansen en ontmanteld daarmee de ogenschijnlijke bom onder het traject Vitale Varkenshouderij.