‘Vanaf zomer pas herstel van biggenprijzen’
![](http://d3ncyx4db87lab.cloudfront.net/22/435/68ced9547.-detail.jpeg)
De hoofdoorzaak van de huidige varkenscrisis is volgens de econoom van LEI Wageningen UR het overschot aan zeugen in Europa. „Omdat de dieren steeds meer biggen werpen, zou de Europese zeugenstapel jaarlijks met zo’n 2 á 2,5 procent moeten krimpen om een overschot aan biggen te voorkomen. Maar in plaats van te krimpen, was er tussen mei 2013 en mei 2015 een gelijkblijvend aantal zeugen. Voor dit jaar verwachten we een lichte daling en in 2016 een verdere daling van het aantal zeugen. Daarna is er hopelijk weer een nieuw evenwicht in de Europese markt.”
Zware concurrentie
Hoste zegt dat naast het overschot meer oorzaken in deze varkenscrisis mee spelen. Op de groeiende Aziatische markt ziet hij zware concurrentie van de Verenigde Staten. In dat land heeft de varkensvleesproductie en export zich weer hersteld na een terugval in 2014, toen het PED-virus veel varkens vroegtijdig het leven kostte. „De Amerikaanse varkenssector piekt in productie. Er zijn enorm veel varkensvleesvoorraden en de export is vooral naar Azië enorm gegroeid. Van deze concurrentie heeft de Nederlandse en Europese sector veel last.”
Hoste wijt het Amerikaanse voordeel aan de lagere kostprijs van de Amerikaanse sector. „Zij produceren zo’n 30 tot 40 cent per kilogram varkensvlees goedkoper dan in West-Europa. Die hogere kostprijs breekt ons daarmee op de exportmarkten steeds meer op.”
Varkenscyclus
Als laatste oorzaak wijst Hoste de licht teruglopende vleesconsumptie in Europa aan. Daardoor moet nog meer vlees buiten Europa worden afgezet. Al die factoren leiden er toe dat door de wet van vraag en aanbod varkensvlees minder opbrengt. Vleesvarkenshouders gaan daardoor minder dieren opleggen en vragen dus ook minder biggen.
Daarmee bestaat volgens Hoste de varkenscyclus zeker nog. „Alleen er is een steeds sterkere beïnvloeding door toevalligheden. Kijk naar de Russische importban en de uitbraak van het PED-virus in de VS. Naast politieke invloeden en dierziektes noemt hij als voornaamste toevalligheden verder de koersschommelingen en de olieprijs. „We hebben nog geluk met de zwakke euro anders was het probleem nog groter geweest.”
Afvallen
Op de langere termijn ziet de econoom voor de Nederlandse varkenssector zeker bestaansrecht. „Als er weer een nieuw evenwicht in de markt is, kunnen de overgebleven bedrijven weer in een gezonde markt doorgaan. Ik verwacht dan ook dat het aantal varkens op langere termijn in Nederland stabiel blijft, omdat die rechten dan door andere worden overgenomen.”
Om tot een nieuw evenwicht te komen ziet Hoste dat veel individuele varkensbedrijven getroffen worden met financieel leed. Waar normaal gesproken in Nederland jaarlijks 7 tot 8 procent van de varkensbedrijven afvalt, verwacht Hoste dit en volgend jaar een piek in het aantal afvallers. „Die nu afhaken zijn vooral de bedrijven die te zwaar zijn gefinancierd en waar de hoge mestafzetprijzen hen opbreken. Veel ondernemers hebben helaas te weinig spek op de ribben kunnen kweken om deze crisis door te komen.”
Tekst: Ruben van Boekel
Beeld: Twitter