Duitse slachterij Tönnies accepteert Improvac beren

Lange tijd hielden slachterijen en supermarkten de slacht van met Improvac behandelde beren tegen uit angst dat de met name mannelijke consument geen vlees van deze dieren wilde eten. In België werd dit vlees al wel verkocht, maar voor Duitsland is dit een primeur en is onderdeel van het project ‘100.000 Improvac – Eber’. Dit project heeft het doel om het aantal ‘gevaccineerde’ beren aanzienlijk te verhogen en ze te verkopen aan alle grote slachthuizen in Duitsland.

Het project is door Noordwest-Duitse zeugenhouders uit Sleeswijk-Holstein, Mecklenburg-Vorpommern, Nedersaksen en Noordrijn-Westfalen gestart. In januari en februari 2020 zullen hopen ze 100.000 met lmprovac ingeënte beren uit de vier deelstaten aan slachthuizen aan te bieden. Om Tönnies heeft voordat ze aan het project deelnam, eerst onderzoek gedaan naar de mogelijkheden en handelswaarde voor de afzet van deze beren. Daaruit kwam naar voren dat er een grote variatie in de commerciële waarde is en dat genetica en voeding een enorme invloed hebben op de kwaliteit.

Op basis van dat onderzoek heeft Tönnies wel een aantal voorwaarden en richtlijnen gesteld. Zo worden de gevaccineerde beren niet met een berenkorting belast en zullen deze beren uitbetaald worden als slachtvarkens. Daarentegen brengt de slachterij wel 3 cent per kilogram slachtgewicht in rekening voor de extra kosten van deze dieren, zoals de geurproeven op de slachtlijn en de daaropvolgende kook- en frituurmonsters plus de kosten voor een veranderde verkoopbaarheid. Het project zal volgend jaar geëvalueerd worden. Tönnies wijst er evenwel op dat er ook verder moet worden gewerkt aan andere alternatieven voor beren.