Balans opmaken met politici: Boeren grootste natuurbeheerders
In 2015 gingen de voedselprijzen hard omlaag. Tegelijkertijd kwam er op 1 april een eind aan het melkquotumsysteem en waren de gevolgen van de aanhoudende Russische boycot opnieuw voelbaar. Omdat de kostprijs in de afgelopen maanden alsmaar bleef stijgen, moesten veel boeren en tuinders producten tegen verlies verkopen.
Het grootste probleem in de Nederlandse land- en tuinbouwsector is momenteel de hoge kostprijs. Een kostprijs die voortdurend gestuwd wordt door de invoering van strenge wet- en regelgeving op het gebied van dierenwelzijn en milieu. Voor de consument lijken de investeringen die daarmee gepaard gaan een vanzelfsprekendheid, maar voor een boer kan dat het verschil betekenen van winst of verlies.
Denk bijvoorbeeld aan investeringen voor groepshuisvesting van vee, voor de beperking van de ammoniakuitstoot of voor de aanpassing van stalvloeren. En dan heb ik het nog niet eens over de NVWA-tarieven gehad die onverminderd hoog blijven en komend jaar wellicht zelfs weer zullen stijgen. Dit schaadt de Nederlandse concurrentiepositie enorm. De voortdurende lastenverzwaringen die dit kabinet doorvoert, leiden er toe dat Nederland steeds verder op de troepen vooruit loopt waardoor van een Europees gelijk speelveld geen sprake meer is.
Visie
Het kabinet zou meer visie moeten tonen door verder te kijken dan alleen naar morgen. Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid voor 2020 biedt daar goede mogelijkheden toe. Via de tweede pijler van het GLB zou er meer geld rechtstreeks naar de boerenkeukentafel moeten gaan. Plattelandsontwikkeling kan alleen plaatsvinden als de boeren er ook zelf bij worden betrokken. Dat geldt ook voor een dossier zoals Natura2000. Boeren zijn tenslotte de grootste natuurbeheerders.
Betrokkenheid van de boer ontbreekt momenteel als het gaat om de besluitvorming rondom Natura2000 waarover ik begin deze maand het rapport Land in de knel heb gepresenteerd. Daaruit wordt onder meer duidelijk dat de balans tussen economie en ecologie zoek is. Boeren, ondernemers en natuurorganisaties die in de natura2000-gebieden actief zijn, worden geconfronteerd met maatregelen zoals scheurverboden en vernatting van kostbare landbouwgrond. Puur omdat de Nederlandse overheid het Europese natuurbeleid veel strenger heeft geïmplementeerd dan door de EU is voorgeschreven.
Voorzitterschap
Tijdens het Nederlandse EU-Raadsvoorzitterschap in de komende zes maanden heeft het kabinet de mogelijkheid om de problemen rondom Natura2000 aan te pakken. Dan vindt namelijk ook de herziening van de Vogel-Habitatrichtlijn plaats. Ik hoop van harte dat het kabinet die gelegenheid aangrijpt om tot betere richtsnoeren en een betere implementatie van de Vogel-Habitarichtlijn te komen.
Een ander thema waarbij het kabinet een belangrijke rol zou moeten spelen het komende half jaar, is de kwestie rondom het gebruik van vergiste mest oftewel digestaat. Dit restproduct wordt nu nog steeds als afval beschouwd terwijl het mineralenconcentraat uitstekend zou kunnen dienen als groenbemester. De herziening van de meststoffenverordening biedt in de komende maanden ruimte om digestaat in de toekomst te erkennen als organische kunstmest. Ook Eurcommissaris Karmenu Vella voor Milieu heeft in reactie op mijn vragen aangegeven hier positief tegenover te staan.
Al met al zou Nederland het voorzitterschap aan moeten grijpen om te werken aan kostprijsreductie. Het tweede punt is dat het kabinet de Vogel-Habitatrichtlijn grondig moet herzien om de balans tussen ecologie en economie weer te herstellen. Ten derde zou het kabinet moeten inzetten op efficiënter gebruik van waardevolle grondstoffen zoals digestaat om zo werk te maken van de circulaire economie. Alleen dan kunnen de boerenfamilie-gezinsbedrijven met hoop naar de toekomst kijken. Tot slot wens ik u een prettig 2016 toe!
Tekst: Annie Schreijer-Pierik
Beeld: CDA