CETA-Hoorzitting: Wat de Tweede Kamer te horen krijgt
Het verdrag is al in 2017 geratificeerd door het Europees Parlement, en daarmee trad het verdrag al gedeeltelijk in werking, al is het nog niet geratificeerd door de lidstaten. De gevolgen daarvan zijn zichtbaar, stelt de Nederlands-Canadese Kamer van Koophandel; nu 98 procent van de douaneheffingen is vervallen, is de handel al substantieel toegenomen.
Werkgeversorganisatie VNO-NCW ziet daarom kansen voor de landbouw. En dan vooral voor de zuivel- en tuinbouwsector, die meer toegang krijgen tot de Canadese markt. Canada kan daarentegen rund- en varkensvlees naar Europa exporteren.
Maar die Canadese producten die onze kant opkomen hoeven niet aan dezelfde eisen te voldoen als de Europese, betogen Caroline van der Plas en, namens de NAV, Keimpe van der Heide. Dan gaat het vooral om eisen op het gebied van dierenwelzijn en milieu. Doordat Europese, en vooral Nederlandse, boeren hiervoor hogere kosten moeten maken dan boeren uit Canada, dreigen ze uit de markt geprijsd te worden. En dat geldt dan vooral voor de varkenssector, stelt Van der Plas. 'De Nederlandse varkenshouder heeft al last van een ongelijk speelveld; door CETA wordt het nog ongelijker.'
Geen bedreiging
LTO brengt daartegenin dat in de twee jaar dat het verdrag van kracht is, er nauwelijks vlees uit Canada Europa is binnengekomen. Integendeel, stelt de belangenorganisatie, er wordt zelfs kalfs- en varkensvlees naar Canada geëxporteerd.
Canadese producten moeten voldoen aan EU-kwaliteitsstandaarden voor voedselveiligheid. Dus geen chloorbad, geen genetische modificatie, rundvlees moet hormoonvrij zijn en varkensvlees vrij van groeimiddel ractopamine. Daarnaast mag Canada slechts 80.500 ton varkensvlees tariefvrij naar de EU exporteren, terwijl daar 24 miljoen ton wordt geproduceerd. „Het Canadese contingent beslaat dus slechts 0,4 procent van de Europese markt“, stelt LTO. De belangenorganisatie ziet hierin geen grote bedreiging voor de Nederlandse varkenssector.
De pluimveesector, inclusief vlees en eieren, zijn buiten het akkoord gehouden. De im- en export van granen en koolzaad tussen de EU en Canada wordt daarentegen volledig geliberaliseerd.
Ongelijk speelveld
Het verschil in regels is geen grote factor in de kostprijsverschillen tussen Nederland en Canada, betoogt professor Steven Brakman van de Rijksuniversiteit Groningen. De voordelen van internationale handel worden bepaald door andere ongelijke speelvelden. Zo beschikt Canada over veel meer landbouwgrond dan Nederland en kan daardoor op grotere schaal produceren en profiteren van moderne technieken als drones en GPS. Maar dat is juist het punt van internationale handel, stelt Brakman; door de kostenverschillen gaan landen zich specialiseren in het produceren van dat waar ze goed in zijn.
Ratificatie
Met de hoorzitting wil de Kamer voldoende informatie krijgen om een afgewogen beslissing te maken over het wel of niet ratificeren van het handelsakkoord. Maar eigenlijk doet dat er niet veel toe, stellen professoren Freya Baetens van Universiteit Leiden en P.J. Kuijper van de Universiteit van Amsterdam. Sinds het Verdrag van Lissabon ligt de bevoegdheid om een handelsverdrag goed- of af te keuren grotendeels bij het Europees Parlement. En dat heeft twee en een half jaar geleden, op 15 februari 2017, het verdrag al goedgekeurd. Het al dan niet ratificeren van het akkoord door lidstaten heeft daarmee geen invloed op de handel in goederen en diensten, maar uitsluitend nog zaken als bescherming van investeringen in het andere land en het IDS, het mechanisme waarmee investeringsgeschillen worden beslecht. Als Nederland het verdrag afwijst, gaan die zaken niet door, maar blijft de rest van het verdrag van kracht.