CETA leidt tot boerenstrijd in Tweede Kamer
De boerenvoormannen en -vrouw spraken op een hoorzitting die de Tweede Kamer had georganiseerd over CETA, het handelsakkoord tussen de EU en Canada, dat nog door de lidstaten moet worden geratificeerd. De stelling van Van der Heide en Van der Plas was dat boeren in de EU, en zeker in Nederland, hogere kosten moeten maken dan boeren in Canada, en daardoor uit de markt worden geprezen. „En daarbij hebben boeren helemaal geen voordeel van handelsakkoorden”, stelde Van der Plas. „Die zetten het gros van hun producten binnen een straal van 500 kilometer af. In Canada heb je met zo’n afstand een lokaal product.”
Calon ging daar fel tegenin. „Een kwart van de landbouwproductie wordt buiten de EU afgezet. Dat is dankzij handelsakkoorden.” Volgens hem creëren de hogere kosten voor Nederlandse boeren juist afzetmarkten, omdat die boeren goederen van hoge kwaliteit produceren.
Handelsdeals zijn volgens hem nooit perfect, maar CETA geeft hij toch wel een 8 of 9. En Nederland moet die ratificeren, vindt hij. „Als je al geen handelsakkoord met Canada kunt sluiten, met welk land dan nog wel?”
Van der Plas komt vooral op voor varkenshouders, zei ze. „Die sector wordt door CETA keihard onderuit geschoffeld”. Onzin, volgens Calon. „Voor de varkenssector is in CETA een heel klein quotum afgesproken. Ik laat me niet vertellen dat de Nederlandse varkenshouderij naar de Filistijnen gaat vanwege een quotum van 0,4 procent.”
Voor VVD-Kamerlid Arne Weverling was het allemaal niet te begrijpen. „Wie moet ik nu geloven als mijn partij over CETA moet stemmen?”, vroeg hij zich vertwijfeld af. „Moet ik uitgaan van wat Van der Plas zegt of Calon?”
Voor de bühne
Maar uiteindelijk doet het er niet zoveel toe wie Weverling gelooft. Over het handelsdeel van CETA heeft Nederland niet zoveel te beslissen; dat is het domein van Brussel - van de Europese Raad (de raad van ministers van de lidstaten) en van het Europees Parlement. En die twee instanties hebben in 2017 al in grote getale ingestemd met CETA. Daarmee is het verdrag al twee jaar provisioneel in werking. Enkel een paar zaken, zoals het instellen van het Investment Court System (ICS), de instantie die conflicten over investeringen tussen de EU en Canada kan beslechten, en de handel in financiële diensten, zijn nog niet in werking getreden in afwachting van ratificatie van het verdrag.
Als Nederland CETA niet ratificeert, zal dat dan ook niet leiden tot ontbinding van het verdrag, stelde een bron binnen de Europese Unie. Het leidt wel tot de verplichting voor Nederland om met de andere landen binnen de Europese Raad tot een oplossing te komen. Een ‘geitenpaadje’ dus, zoals Mark Rutte het noemt, zodat Nederland toch kan instemmen met het akkoord. Maar ondertussen blijft het overgrote deel van CETA, het handelsakkoord, gewoon overeind.
Daarmee was de inbreng van de landbouworganisaties in de hoorzitting dus van weinig waarde. Of Nederland nu ratificeert of niet, de CETA-bepalingen voor de handel in landbouwproducten blijven gewoon van kracht. De inbreng was daarmee vooral voor de bühne, erkende Achraf Bouali, de voorzitter van de commissie Buitenlandse Handel in de Tweede Kamer, die de hoorzitting had georganiseerd. „De landbouwers zijn vooral uitgenodigd door partijen die tegen CETA zijn, om zo reuring te veroorzaken en twijfel te zaaien.”
Europese standaarden
Na de hoorzitting volgde een gesprek met de Canadese ambassadeur in Nederland, Lisa Helfand, en met Stéphane Lambert, hoofd handel van de Canadese vertegenwoordiging in de EU. Zij waren het er niet mee eens dat Canadees varkens- en rundvlees de positie van Europese boeren zou ondermijnen. „Alle producten die Canada exporteert, moeten voldoen aan Europese standaarden”, stelde Helfand. Lambert verduidelijkte: „Een Canadese boer die vlees wil exporteren naar de EU moet zijn bedrijf, of een afzonderlijke sectie daarvan, inrichten om aan Europese eisen te voldoen, net als de rest van de keten. De EU kan dit inspecteren. Het voedsel mag geen elementen bevatten die in de EU verboden zijn, en dit wordt bij export twee keer gecontroleerd; een keer voordat het product Canada verlaat en nog eens bij aankomst in Europa.”
PVV-kamerlid Danai van Weerdenburg was niet overtuigd. „CETA blijft een unfaire deal voor Nederlandse boeren”, stelde zij. Helfand vond van niet. „Het verdrag is twee jaar geleden in werking getreden; vorig jaar had Nederland een surplus in de export van landbouwgoederen van 130 miljoen euro”, stelde ze. „Ook de varkenssector exporteert meer vlees naar Canada dan andersom, en het quotum zorgt ervoor dat dat zo blijft.”