Internet op het platteland
Kabelaars als KPN en Ziggo steken geen geld in glasvezelnetwerken in landelijke gebieden, omdat de kosten niet opwegen tegen te opbrengsten. Op veel plaatsen nemen bewoners geen genoegen met de digitale achterstand die ze zien oplopen. Het Friese Langedijke is een van de eerste dorpen waar een glasvezelnetwerk in gebruik wordt genomen dankzij een burgerinitiatief.
Internet op veehouderijen
Hugo Bens, ZLTO afdelingsbestuurder en pluimveehouder in het Brabantse Haps, besloot twee jaar geleden het glasvezelproject LVCNET mee op te zetten. Bens: „Vergelijk je eigen internetgebruik van nu met 10 jaar geleden. Mail, camera’s, social media. Jaarlijks stijgt het internetgebruik 40%. Alles gaat naar de cloud. Je kunt het leuk vinden of niet maar het gaat gebeuren. Ook steeds meer bedrijfsgegevens komen in de cloud. Alle elektronische apparaten kunnen straks communiceren met indernet. Als veehouder kun jij zelf bepalen wie die gegevens ziet en met wie je ze wilt delen. Veel service gebeurt straks op afstand. Dat vraagt wel vele malen meer dataverkeer.”
LVCNET
In het Land van Cuijk, een gebied met 33 dorpen en een stad, heeft LVCNET een coöperatie opgericht. Bens is voorzitter van de coöperatie: „We treffen nu de voorbereidingen om alle inwoners en bedrijven te voorzien van supersnel internet. Dus in de dorpskernen, in het buitengebied en op industrieterreinen.” Met glasvezel kun je veel sneller internetten, interactief en super-HD TV kijken, radio luisteren en goedkoop telefoneren. Sneller internet is nodig voor zorg, wonen, leren, werk en ontspanning.
Bens: „En het mooie van glasvezel is de uploadsnelheid hetzelfde als de downloadsnelheid. Landelijk zijn er diverse projecten gaande. Denk als veehouder na over je internetverbinding. Is deze toekomstbestendig? Zo niet, neem hierin op tijd actie. Diverse mogelijkheden worden u aangeboden. Bedenk wel, glasvezel is de beste oplossing: data wordt verstuurd met de snelheid van het licht en zoals u weet is niets sneller dan licht. „Hiermee maak je je bedrijf toekomstbestendig en verhoog je de leefbaarheid van het platteland.”