Balans opmaken met Carla Dik-Faber: Voedsel verdient beter

Nederland moet de voedselvoorziening hoog op de agenda zetten tijdens het Europese voorzitterschap dat in januari begint. Daar is alle reden voor, want TTIP, octrooien, klimaatverandering en voedselverspilling bedreigen wereldwijd de beschikbaarheid van voldoende voedsel. Nederland heeft daarvoor veel kennis in huis; onze agrofood sector is internationaal toonaangevend. Die positie moeten we vasthouden. Daarom is het nodig dat we investeren in het groene onderwijs, een beter verdienmodel voor boeren en tuinders, gezinsbedrijven en een jonge generatie voor bedrijfsopvolging.
Wereldwijd komt 30 tot 50 procent van het voedsel dat geproduceerd wordt niet bij de consument terecht. Overproductie, vorst- of hagelschade, misoogsten, gebrekkige logistiek en koeling zijn daarvoor belangrijke oorzaken. Nederland heeft veel kennis in huis om de voedselvoorziening in ontwikkelingslanden te verbeteren. Zo wordt aan Wageningen Universiteit onderzoek gedaan naar gewassen die resistent zijn tegen insectenvraat, waardoor insecticiden overbodig worden. Klimaatverandering maakt onderzoek naar teelten op zilte landbouwgronden zeer relevant. Nederland zal een handelsland blijven, ook voor agrofood, maar export van kennis zal sterk aan belang winnen. En dat is goed. Nederland kan de wereld niet voeden met producten, maar wel met kennis. Het is daarom onbegrijpelijk dat dit kabinet, gesteund door VVD en PvdA, wil bezuinigen op het groene onderwijs. Een sterke agrarische sector kan niet zonder onderwijs waarmee we in de volgende generatie investeren.
Regionalisering
ChristenUnie en CDA hebben met steun van de Kamer het kabinet opgedragen werk te maken van een Europese agenda voor regionalisering van de voedselproductie. Het Europese voorzitterschap is een goede kans daarvoor. In 2020 begint de nieuwe periode van het Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid; daarover moeten we nu al nadenken. TTIP staat haaks op Europese regionalisering. TTIP werkt schaalvergroting in de hand en zorgt ervoor dat het verdienmodel voor boeren en tuinders (nog) verder onder druk komt te staan. En dan hebben we het nog niet over productiestandaarden of schimmige ISDS-arbitragecommissies. Of over de duizenden kilometers die worden afgelegd voordat het voedsel op ons bord belandt, omdat het vlees uit Zuid-Amerika of de boontjes uit Marokko goedkoper zijn. Nederlandse eierproducenten kunnen erover meepraten, maar de import van eieren uit de Oekraïne lijkt niet te stoppen. Voedsel is een basisvoorziening en moet niet worden prijsgegeven aan handelsverdragen.
Octrooirecht
Nederland moet zich komend halfjaar ook inzetten voor aanpassing van het Europees octrooirecht. Het Europees Parlement heeft in een resolutie een helder signaal afgegeven. Het kan niet zo zijn dat natuurlijke eigenschappen van planten octrooieerbaar blijven, waardoor grote multinationals met veel geld uiteindelijk alle macht naar zich toetrekken en plantenveredelaars het nakijken hebben.
Zaken niet op orde
Om met gezag te kunnen spreken over de wereldwijde voedselvoorziening, is het belangrijk dat Nederland haar eigen zaakjes op orde heeft. Daar schort het aan. Wekelijks stoppen tientallen boeren en tuinders, zonder bedrijfsopvolging. Ondanks herhaaldelijk aandringen, geeft de nieuwe staatssecretaris op Economische Zaken geen duidelijkheid over het stelsel van fosfaatrechten, waardoor melkveehouders niet weten waar ze aan toe zijn. De situatie in de varkenshouderij is dramatisch, maar ook hier is het oorverdovend stil. Marktinitiatieven zoals de Kip of het Varken van Morgen kunnen de toets van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) amper doorstaan. Ook bij deze Autoriteit let men vooral op de prijs voor de consument. Waarden als kwaliteit en diversiteit of een eerlijk verdienmodel voor boeren en tuinders komen nauwelijks aan bod. Het marktfalen wordt door de ACM niet opgelost en daarmee verliezen ook jongen boeren perspectief op een goede toekomst. Al jaren pleit de ChristenUnie daarom voor een Autoriteit voor Mens, Milieu en Markt. De ChristenUnie wil dat boeren en tuinders een sterkere positie krijgen tegenover dominante inkooporganisaties van supermarkten. Daarvoor is één ding belangrijk: een herwaardering van ons voedsel. Door overheden, bedrijfsleven en consumenten. Voedsel verdient beter.
Tekst: Carla Dik-Faber
Beeld: ChristenUnie