‘We willen stoppers zoveel mogelijk begeleiden’

De voorzitter van LTO Varkenshouderij en vicevoorzitter van de Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV) constateert dat er veel geld nodig is om varkenshouders verantwoord te laten stoppen. „In het verleden konden de blijvers de stoppers redelijk ‘warm’ bekostigen. In de huidige situatie gaat dat helaas niet meer op. Stoppende bedrijven blijven soms met aanzienlijke schulden achter. We hebben geen miljoenen voor hen in de kas om dit op te lossen.”

Hoge restschulden
Douma zegt dat de POV wel druk zet op de banken en andere schuldeisers om varkenshouders niet met hoge restschulden te laten zitten. In de regiegroep Vitale Varkenshouderij werkt de POV samen met de Rabobank en het ministerie van Economische Zaken aan concrete plannen om de varkenshouderij te herstructureren. Volgens de vicevoorzitter van de POV hoort het faciliteren van stoppers daarbij.

De LTO-vakgroep voorzitter zegt dat de varkenshouderij momenteel geconfronteerd wordt met de Wet van Murphy. „De gebruikelijke varkenscyclus is verstoord. Dit komt door een opeenstapeling van factoren die de Nederlandse varkenshouders nu zo hard treffen.” Hij doelt op het wegvallen van de Russische markt, verminderde vleesconsumptie, verhoogde mestafzetkosten en hogere Nederlandse kostprijs ten opzichte van andere Europese collega’s.

Slimmer opereren
Ondanks de malaise in de varkenshouderij zegt Douma trots te zijn op het ondernemerschap en vakmanschap van de Nederlandse varkenshouders. „We hebben uitstekende bedrijven met topondernemers en een voortreffelijke infrastructuur. We hebben alles op orde, alleen een goede marktpositie ontbreekt op dit moment.”

Voor een betere marktpositie is volgens Douma een mentaliteit nodig waar de varkenshouder van oudsher niet mee is opgegroeid. „Ik snap heel goed dat het moeilijk is om het bekende los te laten, maar we zullen als sector slimmer moeten opereren. We hebben jarenlang gedamd; we hebben het veld overzien. Nu moeten we gaan schaken en schaken is vooruitzien.”

„We zullen als collectief zelf een uitweg in de markt moeten zoeken. De rest van de schakels in de keten zal dat niet voor ons doen. Ik wil gaan voor marktkracht. Wij hebben als varkenshouderij onze winkel goed op orde. Wij hebben een uitstekend product en dat moeten we gaan verwaarden. Als dat lukt, ligt er een prima toekomst voor de Nederlandse varkenshouder in het verschiet.“