MACE overweegt een schadevergoeding in te dienen
MACE heeft in 2014 en 2015 zo'n 3 miljoen euro extra per jaar uit moeten geven om de overtollige mest kwijt te raken. Nu de coöperatie nog altijd geen mest verwerkt, moeten de aangesloten boeren VVO’s (Vervangende Verwerkingsovereenkomsten) afsluiten.
In een spagaat
„We zijn al 7,5 jaar op verschillende plaatsen bezig met een mestverwerkingsinstallatie. Buiten onze invloedssfeer is dat nog altijd niet gelukt", verklaart voorzitter Frans Meulenmeesters tegenover het Eindhovens Dagblad. Volgens Meulenmeesters heeft MACE daarom al in 2014 bij de minister aangekaart en om ontheffing op de mestverwerkingswet gevraagd. Over zes weken doet de Raad van State uitspraak. Wanneer MACE gelijk krijgt, is de volgende stap een schadeclaim.
Meulenmeester is van mening dat de aangesloten boeren niet aan de mestverwerkingsplicht kunnen voldoen, omdat de coöperatie geen vergunning voor de mestverwerkingslocatie krijgt. „Onze leden zitten in een spagaat. Ze zijn een contract aangegaan met MACE en kunnen dus niet met een andere mestverwerker in zee. Ze hebben nu al twee jaar VVO's betaald om toch aan hun verplichting te voldoen."Hij kan nog niet zeggen of de schadeclaim naar het Rijk, de provincie of de gemeente gaat.
200 leden
MACE heeft een vergunningaanvraag bij de gemeente Sint Anthonis ingediend voor een mestverwerkinginstallatie in het Brabantse Landhorst. De coöperatie vraagt de gemeente mee te werken aan een bestemmingsplanwijziging en een WABO-vergunning voor het verwerken van 500.000 ton drijfmest van hun leden. Bij de coöperatie zijn ruim 200 boeren uit de regio aangesloten.
De verwerking zal bestaan uit het scheiden van dikke en waterige massa. De vloeistof zal verder gezuiverd worden zodat het terug kan naar het oppervlakte water. De dikke massa wordt via geforceerde compostering verder gedroogd en afgezet als meststof in het buitenland. MACE wil het gehele proces inclusief laden en lossen binnen uitvoeren.
Tekst: Ruben van Boekel
Beeld: MACE