Varkenspest: alle belangrijke zaken op een rij (Deel 3: Als er een uitbraak is)
AVP-uitbraak onder wilde zwijnen
Bij een uitbraak van AVP bij wilde zwijnen in Nederland, zal het gebied waar de besmette dieren zich bevinden worden afgesloten. Het gebied is dan niet meer toegankelijk voor publiek. Ook geldt voor het gebied een jachtverbod. Afhankelijk van de situatie zal dan worden besloten of de wilde zwijnen worden afgeschoten. De screening van de dieren op de ziekte wordt geïntensiveerd.
Varkensbedrijven in besmet zwijnengebied
Voor de varkensbedrijven die zich in het gebied met de besmette zwijnen bevinden, worden maatregelen ingesteld. Het gaan dan om:
- In het afgesloten, besmette gebied worden alle varkensbedrijven door de NVWA gescreend.
- Varkens op deze bedrijven moeten worden afgeschermd van wilde zwijnen.
- Voor varkens in dit besmette gebied geldt een vervoersverbod. voor deze bedrijven geldt de bezoekersregeling
- Personen die in contact zijn geweest met wilde zwijnen mogen geen varkensstal betreden.
- Varkens en levende producten van deze bedrijven in het besmette gebied mogen niet in de handel worden gebracht.
Besmetting op een varkensbedrijf
Wanneer een varkensbedrijf met AVP besmet raakt, zal het volgende draaiboek worden gevolgd:
- Alle dieren op het besmette bedrijf zullen worden geruimd.
- Alle dieren op bedrijven binnen een straal van één kilometer van het besmette bedrijf, worden preventief geruimd.
- Voor heel Nederland wordt een ‘stand still’ afgekondigd van 72 uur. Daarbij worden ook een bezoekersregeling en een fokverbod ingesteld.
- Aansluitend op de stand still zal het land worden opgedeeld in regio’s waarbij de maatregelen per regio worden vastgesteld.
Vervoersverboden
Bij een uitbraak van een besmettelijke dierziekte worden vervoersverboden ingesteld. Er mag dan geen enkel dier vervoerd worden. Tijdens een vervoersverbod geldt voor de varkenssector een inspanningsverplichting om alle dieren minimaal 30 dagen te kunnen huisvesten op het bedrijf.
Noodhuisvesting
Een gebied dat besmet is geraakt met Afrikaanse varkenspest wordt op zijn vroegst na 30 dagen weer opengesteld. Na minimaal 30 dagen (maar deze termijn kan afhankelijk van de situatie ook langer zijn) kunnen varkens onder bepaalde voorwaarden naar het slachthuis worden afgevoerd. De kans is echter groot dat het vervoersverbod langer stand houdt. Er kunnen dus voor een langere periode maatregelen worden gevraagd van de dierhouders.
Realiseren noodhuisvesting
Varkenshouders moeten beschikken over een zogenaamd ‘plan van aanpak’ waarin staat hoe de opvang van de varkens op het bedrijf geregeld gaat worden gedurende minimaal 30 dagen. Bij de controles in het kader van het Ketenkwaliteitssysteem Holland Varken wordt gecontroleerd op de aanwezigheid van dit ‘Plan noodhuisvesting varkens’.
Tijdelijk hogere bezetting
Wanneer er sprake is van een noodsituatie, zoals bij de uitbraak van AVP, dan is het toegestaan om in de bestaande huisvesting een bezetting tot maximaal 1,5 maal (150 procent) van de toegestane huisvestingsnormen te hanteren. De eerste nood kan worden opgevangen door extra dieren in de bestaande locatie te houden. Bij het hanteren van een hogere bezettingsdichtheid gelden aanvullende maatregelen voor voer- en watervoorziening, ventilatie en afleidingsmaterialen.
Bij hogere bezettingen zullen bovendien eerder welzijnsproblemen ontstaan, met name agressiviteit tussen de dieren. Het aanbieden van extra afleidingsmateriaal, bij voorkeur strooisel, kan uitkomst geven.
Alternatieve noodhuisvesting
Na een bepaalde periode zal de bestaande huisvesting niet meer toereikend zijn voor de opvang van het toenemende aantal varkens. Waar worden de varkens dan opgevangen? Is het mogelijk dieren op de centrale gang te huisvesten? Zijn er ruimten aanwezig buiten de stallen, zoals een schuur, loods of opslag, waar dieren ondergebracht kunnen worden? Of kan de ruimte tussen twee stallen worden benut door deze te overkappen? Het is allemaal mogelijk.
Omdat dergelijke ruimten vaak geen goed stalklimaat hebben, zijn deze geschikter voor oudere biggen en vleesvarkens. De jongere dieren blijven dan in de bestaande stallen. Denk bij iedere alternatieve stalruimte na over de voer- en watervoorziening en de opvang van urine en mest.
Rantsoeneren dieren
Zet de dieren op een rantsoen zodat zij minder hard groeien. Voor lichtere dieren is minder oppervlakte nodig. Biggen tot 15 kilo hebben volgens de wetgeving 0,2 vierkante meter nodig. Voor vleesvarkens tussen de 30 en 50 kilo is 0,5 vierkante meter nodig. Neem contact op met uw voerleverancier voor voeders waar de dieren niet/ minder van groeien.
Diergezondheidsfonds
Bedrijven die worden getroffen door Afrikaanse varkenspest en van overheidswege worden geruimd, krijgen de directe kosten vergoed uit het Diergezondheidsfonds. Echter, de minister kan de uitbetaling aan voorwaarden verbinden volgens de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren (artikel86, lid 3). Ook kan de vergoeding worden opgeschort of een korting op de vergoeding worden toegepast.
Dit laatste is aan de orde als het optreden van de besmettelijke ziekte mede aan betrokkene te wijten is. Een korting kan ook worden toegepast als een bedrijf de opgelegde heffing ten behoeve van het diergezondheidsfonds niet heeft betaald.