Tweede Kamer akkoord met wijziging meststoffenwet
Daarnaast gaat de regering een meer gedetailleerde fosfaatgebruiksnorm voor gras- en bouwland hanteren. Op dit moment hanteert ze de klassen hoog, neutraal en laag om de fosfaattoestand van de bodem te typeren. Hieraan worden twee klassen toegevoegd, zodat het spectrum loopt van hoog, via ruim voldoende, neutraal en laag, tot arm. Volgens minister Schouten wordt met deze fijnere opsplitsing een meer op de toestand van het perceel toegesneden fosfaatbemesting mogelijk gemaakt.
Volgens de minister is de wetswijziging nodig om de derogatie voor 2020 en 2021 binnen te halen. De handhaving van de sectorspecifieke plafonds is volgens haar een eis van de Europese Commissie, die er genoeg van zou hebben om Nederland telkens bij overschrijdingen achteraf tot de orde te roepen. Nederland moet daarom zelf maatregelen nemen om die overschrijdingen in de hand te houden, om de derogatie niet te verliezen. „Maar we moeten gewoon al het mogelijke proberen om te zorgen dat we niet over die plafonds gaan”, vertelde de minister in de Tweede Kamer. „We moeten gewoon voorkomen dat we het instrument van de generieke korting moeten inzetten.”
Derogatie
De minister legde uit wat de gevolgen zouden zijn als Nederland de derogatie verliest. Derogatiebedrijven moeten zich vanaf dan aan de Europese norm van 170 kilo stikstof per hectare gaan houden, terwijl ze nu 230 kilo (op de zuidelijke zandgronden) tot 250 kilo mogen gebruiken. Dan neemt het aanbod op de mestmarkt toe, en zal leiden tot verdringingseffecten, waarbij rundmest varkensmest zal verdringen. Daardoor zullen de afzetkosten van mest ook stijgen.
Een ander effect is dat het areaal grasland zal afnemen, omdat dan de eis aan derogatiebedrijven om een percentage grasland aan te houden, zal vervallen. En omdat grasland veel nitraat opneemt, vertelde de minister, zal een afname daarvan leiden tot meer nitraatuitspoeling.
De Kamer vond dat de woorden van minister Schouten onvoldoende waren om een verlies van derogatie te garanderen. „Een oneigenlijk gebruik van deze wet zou kunnen leiden tot een gedwongen krimp van de veestapel“, stelde Jaco Geurts. „Niet door deze minister, maar er zijn partijen die dit direct zouden willen inzetten.” Samen met Roelof Bisschop diende hij daarom een amendement in om te zorgen dat in geval van een plafondoverschrijding eerst alle andere middelen worden gebruikt om dat weer te herstellen. Een andere motie, van de SGP, zorgt ervoor dat de regering toestemming van de Kamer nodig heeft om het instrument van generieke krimp in te zetten.