PBL: Stikstofcrisis oplossen? Focus niet op stikstof!
De overheid fixeert zich op een reductie van de stikstofuitstoot om economische activiteiten weer mogelijk te maken. Op zich logisch, want de huidige crisis is veroorzaakt toen de Raad van State begin dit jaar oordeelde dat het toenmalige stikstofbeleid, het PAS, niet functioneerde, waardoor teveel stikstof in Natura 2000-gebieden terechtkwam. Daarmee schond Nederland de Europese Habitatrichtlijn.
Op zich opmerkelijk, want het woord 'stikstof' komt in de hele Habitatrichtlijn niet voor. Die richtlijn gaat over de natuur; ze spreekt van natuurherstel en instandhouding van de natuur, maar definieert niet hoe dat precies moet gebeuren. Dat geeft de overheid meer knoppen om aan te draaien, stelt Martijn Vink van het PBL. Enkel concentreren op stikstofreductie is volgens hem een beleidsroute met weinig perspectief.
Want er zijn meer mogelijkheden om de natuur in een gebied te herstellen - meer knoppen om aan te draaien, noemt Vink dat. De waterkwaliteit en -kwantiteit in een gebied kan bijvoorbeeld worden verbeterd, een gebied kan optimaler worden ingericht, of het ontsnipperen van de 'postzegels' aan natuur die we in Nederland hebben.
Natuurherstel is maatwerk
Welke (combinaties van) mogelijkheden het beste werken, verschilt per natuurgebied. Elk gebied heeft zijn eigen specifieke kenmerken. Daarom is het bepalen op welke manier de natuur het beste hersteld kan worden, maatwerk. Soms zal dat inderdaad een reductie van stikstof zijn, maar dat is niet altijd de enige, of de beste, oplossing. „Als je alle stikstofuitstoot in Nederland stillegt, zijn er nog 44 Natura 2000-gebieden die te lijden hebben onder te hoge depositie”, vertelt Vink. In het rapport geeft hij De Deurnsche Peel, het Korenburgerveen en natuurgebied Meijendel & Berkheide als voorbeelden, gebieden waar enkel de stikstofdepositie uit het buitenland de kritische waarden al overschrijdt. In die gebieden zal vermindering van de Nederlandse stikstofuitstoot niet leiden tot natuurherstel; daarvoor zullen dus andere maatregelen moeten worden genomen.
Wetenschappelijk onderbouwd
Door de focus te verleggen van 'reductie van stikstofuitstoot' naar 'natuurherstel' creëert de overheid ruimte om weer vergunningen te gaan uitgeven, stelt het PBL. Op die manier is het - afhankelijk van het gebied - mogelijk om natuurherstel en vergunningverlening hand in hand te laten gaan. Vink plaatst als kanttekening dat de gekozen richting ecologisch wel goed onderbouwd moet worden. Er is een grote consensus onder ecologen over de effecten van stikstof op de natuur, stelt hij, en om voor de rechter gelijk te krijgen bij vergunningverlening heeft de overheid een verhaal nodig dat wetenschappelijk minstens net zo goed onderbouwd is. Het PBL pleit daarom voor het instellen van een wetenschappelijke autoriteit, die een ecologisch oordeel kan vellen over de aanpak van natuurherstel in een Natura 2000-gebied.
Toch doorgaan met stikstofreductie
De voorgestelde oplossingsrichting is voor de middellange tot lange termijn, stelt het PBL. Het zijn geen maatregelen die op korte termijn al genomen kunnen worden. Op korte termijn is stikstofreductie de enige manier om vergunningverlening weer vlot te trekken.
Maar ook op langere termijn moet dat gebeuren, stelt het PBL. Het verminderen van stikstofdepositie helpt bij het verbeteren van de natuur, en zal daarom op langere termijn ook meer perspectief bieden voor vergunningverlening. Ook staan vergunningen dan sterker als ze worden getoetst door de rechter. Bovendien heeft stikstofreductie ook effect op andere maatschappelijke opgaven zoals bijvoorbeeld de klimaatopgave.