Varkenshouder verbaast zich over pluimveefokkerij
Namens de pluimveefokkerijorganisatie Hubbard vertelde Bel over de ontwikkelingen in de pluimveefokkerij. „In Nederland is sinds dit jaar in niet alle supermarkten reguliere kip meer verkrijgbaar. In uiterlijk 2020 zal geen enkele super nog reguliere kip verkopen.” Dit is volgens Bel vrij uniek en in geen enkel ander land tot op heden vertoont. Het geeft volgens hem de macht van Wakker Dier en de retail aan en de invloed die dit heeft op de fokkerij. „De retail stuurt de hele pluimveeketen aan en bepaalt wat de consument koopt.”
De volle zaal met ruim 110 bezoekers in Dalfsen reageerde verbaasd op de fokkerijontwikkeling van het verder beperken van de groei van vleeskuikens. „Je gaat de groei van kippen toch niet naar beneden bijstellen? Dat is toch niet duurzaam? Ik moet niet denken aan een trager groeiend varken.” Bel reageert dat de traag groeiende dieren inderdaad een hogere voederconversie hebben, maar het zorgt volgens hem ook voor gezondere dieren die minder antibiotica nodig hebben.
345 procent duurder
In een grafiek toont Bel de verschillen in winkelprijzen tussen de gangbare kipfilet en kipfilet afkomstig van de Kip van Morgen en het Beter Leven Keurmerken sterrensysteem. Het filetje van de Kip van Morgen blijkt 125 procent duurder te zijn dan het gangbare stukje kippenvlees. Het 1 ster Beter Leven Keurmerk is 151 procent duurder en de biologische kipfilet die aan 3 sterren voldoet, is zelfs 345 procent duurder dan het gangbare kipfilet.
Verschillende aanwezige varkenshouders vragen zich af of de pluimveehouder die meedoet in een concept daadwerkelijk ook meer verdient. Bel reageert dat de insteek is dat een deelnemende pluimveehouder minimaal een gelijk saldo moet behalen en liefst een klein plusje. Maar volgens hem draait het niet alleen om financiële vergoeding. „Bij nagenoeg alle overgeschakelde pluimveehouders zie ik een toegenomen arbeidsvreugde. Ik kan ook nog geen pluimveehouder bedenken die weer teruggeschakeld is.” De technisch commercieel manager van Hubbard zegt dat in Nederland nu ongeveer 35 procent van de vleeskuikens in concepten worden gehouden.
Speenleeftijd belangrijk
De avond begon om 19.30 uur met het verhaal van gastspreker Roel Hakvoort. De Achterhoekse varkenshouder vertelt het publiek hoe hij bij zijn verschillende diergroepen te werk gaat. Hakvoort heeft samen met zijn ouders een varkensbedrijf met 900 zeugen en 6.600 vleesvarkens. De zeugen liggen in Keijenborg en de vleesvarkens in het Gelderse Hengelo. Een belangrijke voorwaarde om een kwaliteitsbig te krijgen, is volgens hem om de biggen op minimaal 26 dagen leeftijd te spenen. Op het bedrijf van Hakvoort spenen ze hun biggen dan ook op gemiddeld ruim 26 dagen.
Verder is de 34-jarige varkenshouder enthousiast over het toom bij toom laten na spenen. „Sinds wij dat doen zie ik dat dit ons een gezondheidsvoordeel geeft.” Bij de vleesvarkens halen ze gemiddeld 842 gram groei met een voederconversie van 2,61. Op het bedrijf voeren ze brij aan zowel de lange trog als aan brijbakken. Hakvoort constateert dat je aan de lange trog uniformere koppels vleesvarkens krijgt.
Verkochte kwaliteitsbiggen
Tijdens de afsluitende bedrijvencarrousel waar de thema-partners Hypor, Next Genetix, PIC, Preferent KI en Topigs Norsvin aan deelnamen stond de kwaliteitsbig centraal. Veel discussie was er tussen de bezoekers wat nu een kwaliteitsbig is en hoe je deze produceert. „Ik denk dat het krijgen van een kwaliteitsbig begint met de biestopname. Elke big moet 200 tot 250 gram biest na de geboorte opnemen. Als ze minder krijgen, is het risico vele malen groter dat ze vroegtijdig afvallen.” Volgens een andere bezoeker kun je met goede kengetallen ook inzicht krijgen in de bigkwaliteit van je bedrijf. „Sommige varkenshouders gebruiken al het kengetal ‘Verkochte kwaliteitsbiggen’ op hun bedrijf. Dat kengetal geeft precies weer hoeveel kwaliteisbiggen jij produceert.”
De aanwezige zijn het over eens dat meer biggen zeker niet ten koste hoeft te gaan van de kwaliteit. „Ik durf te zeggen dat varkenshouders die meer biggen draaien, niet mindere kwaliteit biggen hebben. Ze hebben juist misschien wel betere kwaliteit biggen, omdat het vakmensen met bovengemiddelde resultaten zijn”, reageert een bezoeker.
Tekst: Ruben van Boekel