Varkenshouders vrezen komst oprukkende Afrikaanse varkenspest
Nederlandse varkenshouders zijn al een jaar extra alert, nadat de pest in de Belgische Ardennen werd aangetroffen. Daar lijkt de ziekte sinds september van dit jaar onder controle en werden geen nieuwe besmette varkens aangetroffen. In België werden twee arrestaties verricht vanwege het importeren van de Afrikaanse varkenspest: twee jagers die volgens justitie wilde zwijnen uit Tsjechië importeerden en in de Ardennen uit hebben gezet.
De Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging raadt leden af om hun hobby uit te oefenen in die gebieden waar varkenspest voorkomt en trofeeën uit dat gebied mee te nemen. Ook wordt geadviseerd hun materiaal en voertuigen te ontsmetten voor ze terugkeren naar Nederland.
Alarmfase 1
Bekend is dat groepen Twentse jagers grond pachten in Polen en Oost-Duitsland. De dreiging is nu weer actueel, omdat de ziekte in de afgelopen maand vanuit het oosten van Polen is opgerukt tot de Duitse grens. Daar, in de deelstaat Brandenburg, is het alarmfase 1; er wordt zelfs 120 kilometer aan hekwerk aan de grens geplaatst om te voorkomen dat besmette wilde zwijnen het land intrekken. Soortgelijke maatregelen werden eerder al getroffen in Denemarken.
Gerben Dekker, varkenshouder in Vriezenveen en voorzitter van de Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV) in Overijssel, noemt de signalen uit Polen in de De Twentsche Courant Tubantia ‘zorgelijk’. Soortgelijke woorden spreekt Erik Dood. Hij is varkenshouder en bestuurslid van LTO Zuid Twente. „Als die ziekte hier eenmaal is, heb je een gigantisch probleem”, zegt Dekker.
Financieel drama
Vanzelfsprekend zou het een persoonlijk en financieel drama voor de boer zijn als de ziekte een bedrijf bereikt - alle dieren moeten dan worden geruimd, maar voor de sector zijn de gevolgen ook ingrijpend. „Bovendien is het voor de exportpositie zeer slecht”, zegt Dekker. „Heel veel landen willen geen vlees uit landen of regio’s waar de Afrikaanse varkenspest is. Alles gaat op slot.” Het is een doemscenario, erkent Dekker, die er niet aan moet denken dat zijn bedrijf er last van krijgt. „Daar ben je geen boer voor.”
Het ministerie van Landbouw heeft vorig jaar een preventieteam opgericht, dat moet voorkomen dat de ziekte ook naar Nederland komt. Varkens kunnen bijvoorbeeld geïnfecteerd raken via personen of materialen die contact hebben gehad met besmette varkens, zoals veewagens. Of jagers.
In eigen land wordt op goede hygiëne door zowel boeren als transporteurs als de NVWA volop gecontroleerd. Maar een groter gevaar schuilt in wilde zwijnen, en consumenten.
Broodje ham
Mensen die hun half opgegeten broodje ham gewoon in de berm gooien, bijvoorbeeld. Het kan zijn dat dit vlees het virus bevat. Als een wild zwijn dat vervolgens eet, en ziek wordt, is de Afrikaanse varkenspest in het land.
„En overal waar het virus zit, is het niet gelukt om het volledig weg te krijgen”, zegt varkensboer Erik Dood bezorgd, refererend aan België, waar ondanks het ruimen van bedrijven en het afschieten van zwijnen in een gebied de pest terugkeerde. „De ziekte zelf is ook niet te bestrijden. Niet voor niets is het hier alarmfase oranje.” Om mensen daarvan bewust te maken werden vorig jaar op tal van plekken langs wegen waarschuwingsborden geplaatst. „Maar die boodschap kan je niet vaak genoeg herhalen.”
‘Profiteren’ van de ziekte
Op dit moment ‘profiteren’ Nederlandse varkenshouders nog van de Afrikaanse varkenspest. In Azië heeft het virus de varkenshouderij grotendeels lamgelegd, tientallen miljoenen dieren moesten worden geruimd, waardoor de prijs voor vlees uit Nederland steeg. Hierdoor hadden varkensboeren - door de bank genomen - een topjaar.
„Varkensvlees is wereldhandel en wereldwijd is er momenteel meer vraag dan aanbod”, zegt Erik Dood (LTO Zuid Twente). „Stel: Duitse zwijnen raken besmet, dan zijn er landen die zeggen dat ze het vlees niet meer hoeven. Maar dat kan ook om economische redenen zijn. Een paar weken later moeten ze er vanaf en dan daalt de prijs.” Hoe dan ook; mocht de pest Nederland bereiken, gaat het impact hebben. „Maar lastig is om te voorspellen wat het precies doet.”
Zowel Dood als Dekker zien oplossingen in het terugdringen van de populatie wilde zwijnen. „Er zijn gebieden in Nederland waar een nulstand zou moeten zijn, maar waar dat niet het geval is”, zegt Dood. Die dieren afschieten blijkt in de praktijk echter lastig. Het ontbeert wildbeheereenheden aan mankracht om de zwijnen op te drijven en te doden.
Het enige wat boeren zelf kunnen doen, is zo hygiënisch mogelijk werken, zegt Gerben Dekker (POV). „Stallen gesloten houden, bedrijfskleding op tijd verwisselen. Maar daar houdt het dan ook op. Je doet in je eigen stal alles, maar buiten kan dat wilde zwijn lopen. Dat is een doorn in het oog.” Lees het complete artikel op de website van De Twentsche Courant Tubantia.
Tekst: Tom Schotman
Groeide op een vleeskuikenbedrijf in het Achterhoekse Vragender op. Schrijft sinds augustus 2013 voor Pluimveeweb.nl, vakblad Pluimveeweb, Pigbusiness.nl, vakblad Pig Business en de regionale agrarische vakbladen van Agrio.
Beeld: ZLTO
Bron: De Twentsche Courant Tubantia