Rechter: 'Preventieve ruiming 60.000 dieren Kootwijkerbroek na MKZ-test was terecht'

Met deze uitspraak komt definitief een einde aan een achttien jaar slepende procedure tussen veehouders uit Kootwijkerbroek en het ministerie van LNV. Landelijk werden destijds 300.000 dieren geruimd. In Kootwijkerbroek leidde de ruiming tot forse ongeregeldheden waarbij de ME werd ingezet tegen de boeren.

Laboratoriumuitslagen

Veehouders in Kootwijkerbroek geloofden niet dat in hun dorp mond-en-klauwzeer heerste. Slechts op één bedrijf werden bij één kalf verschijnselen aangetroffen van MKZ. Volgens professor H.J. Breukink waren die verschijnselen ook nog eens niet heel duidelijk. De veehouders trokken laboratoriumuitslagen van het onderzoeksinstituut ID-Lelystad dan ook in twijfel. De boeren vonden dat de monsters in een niet-MKZ-lab onderzocht hadden moeten worden omdat er anders kans is op kruisbesmetting.

Het CBb trekt de eindconclusie van het onderzoekslaboratorium echter niet in twijfel. Het hoogste economische beroepscollege vroeg daarvoor drie deskundigen om advies. Volgens het CBb heeft het lab weliswaar niet steeds de voorgeschreven standaarden gevolgd, maar de eindconclusie dat sprake was van een MKZ-besmetting blijft volgens het CBb overeind. De veehouders hadden het tegendeel moeten bewijzen maar daar zijn ze niet in geslaagd. Het CBb vindt verder de grote aantallen geruimde dieren niet disproportioneel.

Schadevergoeding

In maart 2001 gingen woedende veehouders uit Kootwijkerbroek de straat op. De afgelopen jaren voerden ze een reeks procedures bij diverse rechterlijke instanties. Het CBb heeft LNV wel veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding aan de veehouders omdat de zaak te lang heeft gesleept. Het gaat om bedragen van zo’n 10.000 euro per bedrijf.