Paul Bens (DLV): 'Hopen op een piek in 2020'
![](http://d3ncyx4db87lab.cloudfront.net/02/31/918/paul_bens.-detail.png)
„De varkenshouderij is traditioneel een sector in Nederland die is gegroeid met veel geleend geld. Dat was mede mogelijk door de prima infrastructuur, het goede bancaire stelsel en de goede resultaten die de varkenshouders in Nederland realiseerden. Ook is de ondernemersgeest in de sector groot, iets wat juist in de varkenshouderij bij kon dragen aan goede resultaten. Inmiddels zijn er de laatste jaren wel een aantal zaken veranderd. De bancaire wereld heeft te maken met strikte regels. Hierbij zijn aflossingstermijnen van korter dan 15 maanden het uitvloeisel, net als het moeten voldoen aan rente en aflossingsverplichtingen die steeds belangrijker zijn geworden”, aldus Bens in zijn blog.
2019 goed jaar
Het jaar 2019 is volgens Bens de geschiedenis ingegaan als een goed jaar voor de varkenshouderij in Europa. Onder invloed van de vraag naar vlees op de wereldmarkt, in verhouding tot het krappe aanbod wereldwijd (voornamelijk door het wegvallen van de productie in meerdere landen), is het rendement gunstig geweest.
„De kritieke voerwinst in het afgelopen jaar was voor het gemiddelde bedrijf in Nederland ongeveer 660 euro per zeug en 90 euro per vleesvarken. De gerealiseerde voerwinst zal liggen rond de 1.000 euro per zeug en 105 euro per vleesvarken. Dit zijn allemaal getallen voor een traditioneel gehouden varken, met biggen op 0,3 vierkante meter en vleesvarkens op 0,8 vierkante meter.”
Gevoeligheid markt groot
Voor 2020 is de vraag of de piek in de cyclus weer gevolgd gaat worden door een dal, stelt Bens. „De gevoeligheid van de markt is groot, zo is de laatste weken maar weer gebleken. Dan gaat het nog alleen maar over relatief kleine volumes aan afspraken tussen VS en China die meteen emotie in de markt veroorzaken met dreigende prijsverlagingen tot wel 20 cent. Ook is de exportafhankelijkheid van de EU dermate groot geworden dat dit een toenemend risico is geworden.”
Bufferen
Het valt volgens de DLV-directeur te hopen dat het deze keer geen geleend geld is, wat er is verdiend. „Toch is het verstandig om ook in deze tijden de buffer voor eventuele tegenvallers in de gaten te houden. In het verleden, bijvoorbeeld in 2005 en 2006, kreeg de sector circa 300 euro per zeug te leen, die ze even snel weer kwijt was in 2007 en 2008. Het is niet te hopen en de cyclus is zeker verstoord, maar de eerder genoemde buffer van 250 euro per zeug en 20 euro per vleesvarken die we adviseerden aan te houden, zou ik nog steeds minimaal aanhouden om een eventuele tegenvaller op te vangen. Als je daarnaast de belastingclaim eraf telt, dan zijn we na een goed jaar nog niet zo heel ver gekomen wanneer dit ook geleend geld is.”
Tekst: Paul Bens
Beeld: DLV Advies