Column: Varkensprijs: ‘Een fikse schop onder de gordel’
De grote daling van de varkensprijs is een fikse schop onder gordel. Veel anders kun je niet concluderen waar de slachterijen nu mee bezig zijn. De afgelopen week waren er veel storingen bij de slachterijen, zodat het ‘overschot ‘ aan vleesvarkens tenminste nog een week langer duurt. Het zijn er weliswaar niet veel, maar als je de prijs naar beneden wil hebben, is dat dan toch mooi meegenomen.
Varkenshouder betaalt nu al de rekening van eventuele AVP-uitbraak
Natuurlijk, januari is altijd een lastige maand. De afzet van vlees moet weer opgang komen en dan is een hogere prijs voor het vlees altijd iets lastiger om mee te werken, maar om dan de varkensprijs met meer dan 20 centen naar beneden te trappen, is ongehoord. We weten dat de prijzen van de onderdelen direct met de prijs van de slachtvarkens mee naar beneden worden gezogen, waardoor we nu in een dalende spiraal zijn terechtgekomen. Dat is niet correct en onfatsoenlijk, want de slachterijen weten hun ruime marge op deze manier nog verder te vergroten.
Voor wie het interessant vindt: De onderdelenprijzen in Vlaanderen van afgelopen week noteren voor Rib onveranderd tot min 1 cent. Ham noteert onveranderd tot min 1 cent, schouders zijn onveranderd en buiken onveranderd tot min 2 centen.
Duitsland doet het niet veel beter. Bij onze oosterburen zijn er gemiddeld in 2019 elke week 50.000 varkens minder geslacht dan in 2018. Deze daling zet zich in 2020 gewoon voort. De Duitse slachterijen stellen zelfs hun slachtplannen naar beneden bij, zodat er geen krapte gaat ontstaan en hiermee zetten ze de prijs tevens onder druk.
De belangrijkste reden voor deze strategie is, dat als er varkenspest zou komen, de slachterijen geen te dure voorraden hebben. Met andere woorden: De rekening van een eventuele toekomstige varkenspestuitbraak wordt nu al bij de varkenshouder neergelegd. In werkelijkheid zorgen de slachterijen dat er maximale ruimte in hun koel- en vrieshuizen komt, zodat ze bij een eventuele uitbraak zoveel mogelijk spotgoedkoop vlees hebben opgeslagen om dit later voor een veel hogere prijs op de vragende wereldmarkt te kunnen afzetten. Deze wereldmarkt is en zal voorlopig nog steeds vragend blijven en daar is ten opzichte van een maand geleden weinig verandering in gekomen.
Deense prijs houdt ferm stand op hoogste niveau
De Deense prijs kan zich op het hoogste niveau handhaven en blijft na de verhoging van vorige week ook deze keer onveranderd. De Duitse Teleporc kon, na het te hoog willen opstarten op dinsdag, bijna geen varken verkopen en moest dus 13 centen inleveren ten opzichte van de laatste beurs van vorig jaar. Vrijdag was het al niet veel beter. Er werden wel meer varkens verkocht, maar de varkenshouders moesten met 6 tot 9 centen minder genoegen nemen. Daarmee is de Duitse prijs met gemiddeld 20 centen gedaald.
De Boerenvarkensprijs moest vorig jaar al met min 7 centen omlaag en dit jaar begonnen we ook met min 10 centen. Door deze week niet mee te gaan met de forse daling maar ‘slechts’ met min 3 centen, denken we meer recht te doen aan wat de varkensprijs eigenlijk zou moeten zijn. Bovendien is naar onze interpretatie met de daling van min 3 centen de bodem bereikt. Dat hopen we ook, want het is frustrerend lijdzaam toe te moeten kijken hoe de winst in de zakken van anderen verdwijnt. Boerenvarkensprijs daalt dus met min 3 centen naar 1,81 euro (excl. BTW)
Lastige biggenmarkt met dalende prijs
Dat de biggenmarkt het met deze scherp dalende vleesvarkensprijs lastiger krijgt, is niet moeilijk om te begrijpen. Niet elk koppel biggen vindt op dit moment direct zijn plek en door de onrust op de varkensmarkt zijn het de buitenlandse kopers die nu niet zo’n haast meer hebben. Duitsland houdt de prijs voor de biggen nog onveranderd; wat menigeen toch wel verbaasd. In Nederland zijn de omstandigheden minder en Boerenbiggenprijs voelt zich genoodzaakt om de prijs te verlagen met 1,50 euro naar 71,50 euro.