'Geen economisch belang bij fraude met stalkeuring'
Dat vindt vleesvarkenshouder Peet Berntsen uit het Achterhoekse Azewijn. „De klepkeuring is ongeveer twee jaar geleden ingevoerd omdat sommige varkenshouders met meerdere UBN nummers, om een paar euro te besparen, sjoemelden met de stalkeuring”, zegt Berntsen.
„Die gaven bijvoorbeeld 190 slachtrijpe vleesvarkens op één locatie op terwijl ze er in werkelijkheid 150 op de ene en 50 op de andere gingen laden. Daardoor hadden ze iets lagere keuringskosten.”
'Geen geldelijk gewin'
Bij fraude is er volgens Berntsen altijd sprake van geldelijk gewin. „Het opladen van niet vervoerswaardige vleesvarkens of biggen heeft voor een varkenshouder juist een negatief geldelijk gevolg. Dus moet je wel erg dom zijn om dergelijke dieren toch te laden. Dit zou de minister van Economische Zaken en de NVWA toch ook moeten begrijpen.”
Het argument van de NVWA dat varkenshouders slechte biggen of vleesvarkens gaan exporteren als de klepkeuring stopt, is volgens Berntsen dus niet waar.
Overbelading zou ook een klein geldelijk gewin op kunnen leveren. De pakkans is echter groter dan een snelheidsovertreding en de bekeuringen in Duitsland liegen er niet om bij overbelading. Dus dat laat je ook wel, denkt de Achterhoekse vleesvarkenshouder.
15.000 euro lichter
„Uit eigen ervaring kan ik zeggen dat klepkeuring niets toevoegt. De afgelopen twee jaar heeft de NVWA grof gezegd voor Jan met de korte achternaam hier bij de klep gestaan. Maar de extra kosten bedroegen ongeveer 15.000 euro per jaar ten opzichte van stalkeuring.”
„Zelfs zonder stalkeuring zal hier niets veranderen. Het wordt tijd voor Schengen für Schweine”, besluit hij.