'IJzeren discipline nodig voor hoge gezondheid'
De varkenshouder heeft een SPF-kernfokbedrijf met Topigs Norsvin genetica in Lelystad. Hij nam het voormalige proefbedrijf in 2006 over van Wageningen UR. Het onderzoeksinstituut heeft het SPF-bedrijf in 2001 opgezet.
Na al die jaren is het bedrijf nog steeds vrij van APP, Mycoplasma en PRRS. Volgens Van Beek is dit te danken aan het feit dat ze in een varkensarme regio zitten en zich houden aan een aantal belangrijke spelregels.
„Ik denk dat we in die vijftien jaar al 1.000 mensen over de vloer hebben gehad, maar toch zijn we nog SPF. Dat lukt alleen als je er altijd mee bezig bent en het onderdeel is van je dagelijkse werk.” De 49-jarige varkenshouder is de gastspreker op de Pig Business thema-avond Diergezondheid op 9 maart in Nederweert-Eind. Het onderwerp deze avond is ‘het verkrijgen en behouden van een hogere gezondheidsstatus’.
Strenge bedrijfsregels
Met de spelregels doelt de varkenshouder op een aantal strenge bedrijfsregels waar ze zich te allen tijde aan houden: stalbezoekers moeten 48 uur varkensvrij zijn, verplicht douchen, geen bedrijfsvreemde materialen invoeren, strikt diertransport, aankoop van uitsluitend PRRS-vrij sperma en geen mestlaadpunten op het bedrijfserf.
Van Beek zegt dat mensen het grootste risico zijn voor ziekte-insleep. „Negen van de tien besmettingen komen binnen door menselijk falen.” De varkenshouder zegt dat dit vooral geldt voor het binnenslepen van bacteriën. „Virussen zijn een ander verhaal omdat ze via de lucht kunnen binnenkomen.”
Van Beek is er dan ook van overtuigd dat voor het bereiken van een hogere gezondheidsstatus vooral bij de varkenshouder zelf de knop om moet. „Veel varkenshouders gaan in hun dagelijkse werk nog steeds voor gemak. Dat mag, maar dan moet je niet verwachten dat je een hogere gezondheidsstatus bereikt. Bovendien is het zonde van elke euro die je er insteekt.”
Dagelijks voordeel van
Het excuus dat een SPF-status geen zin heeft in een varkensdichte regio, is volgens Van Beek te gemakkelijk. „Stel dat je niet meer vrij bent van drie maar van twee ziektekiemen, dan heb je daar nog dagelijks voordeel van.” In het verleden zag de kernfokker nog wel eens bedrijven volledig leegdraaien en bevolken met nieuwe SPF-dieren. Door de enorme opstartkosten die gemoeid zijn met depop-repop, ziet hij dit de laatste jaren bijna niet meer voorkomen.
Van Beek merkt wel dat er een groeiende belangstelling is door bedrijven die hun gezondheidsstatus proberen te verhogen door het inpassen van SPF-gelten in hun conventionele zeugenstapel. De varkenshouder zegt dat dan wel de invoer en adaptie van gelten cruciaal en maatwerk is.
'Geen 100 procent garantie'
„Geen enkel varkensbedrijf is hetzelfde. Een bedrijfsspecifieke adaptie met een strikt vaccinatieschema is daarom noodzakelijk voor een goede invoer van SPF-gelten. Maar dan moet je nog niet verwachten dat er 100 procent garantie op succes is, want die heb je nooit. Doe je het niet, dan weet je bijna vrijwel zeker dat je met de uitdagingen van de nog aanwezige kiemen om moet gaan.”
Op het kernfokbedrijf in Lelystad met 400 zeugen en 2.800 opfokplaatsen ligt de focus op het produceren van de Z-lijn voor Topigs Norsvin. Deze lijn is één van de ouders van de TN20- en TN70-zeugenlijn. Samen met een compagnon heeft Gert van Beek nog een SPF-varkensbedrijf met 1.200 zeugen en een opfokstal in Oost-Duitsland. Zelf woont de varkenshouder in Putten, samen met zijn 49-jarige vrouw Wilma.
Tekst: Ruben van Boekel
Beeld: Gert van Beek