Jonge Deense boer kiest voor de voordelen van TN70
De jonge generatie zeugenhouders in Denemarken ziet dingen anders. Jesper Budolfsen is een van hen. Ze richten zich niet langer alleen op een groot aantal levend geboren biggen of een groot aantal gespeende biggen. Ze houden rekening met de totale economie van het bedrijf, inclusief huisvestingskosten en andere investeringen. Ook zien ze dat mensen een leven willen hebben naast het werken op een varkensbedrijf. Werkplezier en een lage arbeidsinput zijn belangrijk. Daarnaast zien ze ook dat de vraag van klanten naar een duurzamere productie steeds sterker wordt.
Meer zeugen met TN70
Jesper heeft voor het eerst ervaring met de TN70 opgedaan tijdens het werken op een zeugenbedrijf in Noorwegen. “De groei van de biggen, het geboortegewicht en het speengewicht verbaasden me. Ook de goede moedereigenschappen en het gebruiksgemak van de zeugen lieten een zeer goede indruk achter.”
Thuis in Denemarken begon hij te berekenen hoe de uitbreiding van het familiebedrijf tot 1000 zeugen moest worden opgezet. Hij vergeleek Danbred met TN70 en kwam tot de conclusie dat, alles in overweging nemend, de TN70 de betere keuze voor hem was. “De investering in kraamhokken was lager, we hadden er minder van nodig. En we hadden minder investeringen nodig voor het moederloos opfokken van de biggen.”
“Ook de lagere arbeidsinput werkt positief voor ons, zeugen kunnen zelf al hun biggen grootbrengen. We uniformeren de biggen bijvoorbeeld maar één keer, vlak nadat ze zijn geboren. Daarna zorgen de zeugen voor de biggen en zijn er geen kunstmatige hulpmiddelen of hulp nodig om ze groot te brengen.”
Dit alles maakt de TN70 efficiënter voor de Budolfsen-familie. “Ik heb berekend dat in onze situatie de TN70 ervoor zorgt dat we kunnen groeien naar 1000 zeugen met dezelfde investeringen en arbeidsinzet als groeien naar 850 zeugen met Danbred.”
Zeug blijft melk produceren
De eerste ervaringen laten zien dat de TN70 goed presteert. “We richten ons momenteel op 16,5 levend geboren biggen per worp en meer dan 14,5 gespeende biggen per worp. De TN70-zeugen zitten nog steeds in hun eerste worp en de bouwactiviteiten hielpen niet om hun maximale potentie te behalen. Maar ik ben ervan overtuigd dat we onze doelen zullen bereiken.”
Eén van de dingen die echt anders is, is de melkproductie van de TN70, ze blijven melk produceren. “We zijn gewend dat de zeugen uit enkele spenen stoppen met melk produceren wanneer ze te veel afvallen en op die manier vermindert de totale melkproductie. De TN70 gaat echter gewoon door. Dit betekent dat we de voeding hierop moeten aanpassen, zodat de conditie goed blijft.”
Hoogste totale economie
Het is te vroeg om de resultaten bij de vleesvarkens te evalueren. “Ik verwacht minimaal dezelfde resultaten als in het verleden.” Jesper verwacht met de TN70 het hoogste rendement te behalen. En dat gaat niet over de hoogste biggenproductie, maar over de hoogste winst en een soepele en gemakkelijke productie. “We moeten meer kijken naar wat het kost om één varken te produceren. De kostprijs kan hoger zijn op een boerderij met een productie van 38 biggen per jaar dan op een boerderij van 33. Het is ook belangrijk om te beseffen dat goed geschoolde medewerkers zeldzaam worden en in de toekomst niet meer willen werken op een bedrijf dat werkt van 5 uur in de ochtend tot 9 uur in de avond en in twee ploegen om die extreem hoge biggenproductie te bereiken.”
Tekst: Roy Strikkeling
Beeld: Topigs Norsvin
Bron: Topigs Norsvin