Provincie Brabant weinig overtuigend in rechtszaak veehouderijbeleid
Veehouders krijgen volgens de advocaten van ZLRO en POV te maken met een individuele en excessieve last die ze vaak niet kunnen dragen, terwijl de milieuwinst minimaal is. Die kosten kunnen oplopen tot 1,5 miljoen euro voor nog geen 1 mol.
ZLTO en POV hadden al sinds 2017, toen de Brabantse politiek het nieuwe veehouderijbeleid goedkeurde, beloofd dat ze provincie voor de rechter zouden slepen. Precies anderhalf later staan beide partijen voor de Haagse rechters om uitsluitsel te krijgen of het beleid wettig en rechtmatig is. De beide belangenorganisaties brachten verschillende praktijkvoorbeelden naar voren om aan de rechtbbank te laten zien en uit te leggen welke gevolgen het Brabantse veehouderijbeleid voor de veehouders zal hebben.
Destijds vond de provincie dat stikstof onvoldoende was gedaald, omdat op een aantal natuurgebieden nog steeds teveel stikstof neerdaalde. Ondanks het stikstofconvenant, dat tien jaar geleden met de agrarische sector werd afgesloten om de uitstoot in 2028 te halveren en waar de boeren op schema lagen, vond de Brabantse politiek het noodzakelijk dat boeren al vanaf 2022 aan strengere milieueisen moeten voldoen.
Veehouders hebben geld genoeg
Afgezien van de impact die het beleid op veehouders heeft, pleitten ZLTO en POV bij de rechtbank ook dat boeren de geplande investering ineens jaren moeten vervroegen zonder dat duidelijk is hoeveel stikstof daadwerkelijk afkomstig is van de landbouw. De provincie reageerde dat de strengere eisen louter voor stallen van meer dan vijftien jaar oud gelden. Tegen de rechtbank verkondigde de provincie dat de stallen vaak twintig tot veertig jaar oud waren en dat de bedrijfsresultaten aantoonden dat de veehouders de investeringen konden betalen. Veehouders hadden hun stallen al veel eerder moeten en kunnen aanpakken, vond de advocaat van de provincie.
Ver van natuurgebied
De rechtbank legde deze argumenten naast zich neer en was vooral gefocust op één aspect: Als de provincie de hoeveelheid stikstof in natuurgebieden wil beperken, is het dan wel zo logisch dat élke veehouder veel geld moet investeren om aan verscherpte eisen te voldoen als zijn bedrijf ver van een beschermd natuurgebied ligt en dus geen bijdrage levert aan het stikstofprobleem.
De rechter stelde dat de provincie wel van de stikstofdeken af wilde, maar dat de stikstof overal vandaan komt. Waar ligt de rechtvaardiging dat een generieke maatregel als een bedrijf op 10 kilometer een grote investering moet doen voor 0,03 mol, vroeg de rechter zich openlijk af? Volgens de provincie is het stikstofaandeel van de landbouw substantieel groot, helpen alle beetjes en was de advocaat van de provincie van mening dat de gehele veehouderij moet bijdragen aan een oplossing. Maar die beredenering vond de rechtbank niet overtuigend.
Uitspraak
Voorlopig moeten de partijen nog op een uitspraak wachten. Deels heeft dit te maken met een komende vergadering op 14 februari van de Provinciale Staten over uitstel van de beleidsmaatregelen met negen maanden. De beide partijen kunnen hierop een nieuwe zienswijze bij de rechtbank indienen. Er kan echter ook nog een voorlopige tussenuitspraak komen, maar kans bestaat dat er pas in april- mei een uitspraak volgt.