NVV en LTO willen financiële steun van EU voor varkenssector
De belangenbehartigers pleiten hiervoor aangezien middelen uit GLB in Oost-Europa worden gebruikt om de varkens(vlees)productie te intensiveren. NVV en LTO zien in de Particuliere Opslagregeling geen oplossing voor de crisis. Dat melden ze in een gezamenlijk persbericht.
De belangenbehartigers hebben afgelopen week in het Europees Parlement nadrukkelijk aandacht gevraagd voor de zeer slechte situatie op de varkensmarkt. Het Europees Parlement debatteerde op 10 maart over de voortdurende crisis in de varkenssector.
Mede door het wegvallen van de zeer belangrijke afzetmarkt in Rusland sinds 2014, is de varkensprijs sterk onder druk komen te staan. Varkenshouders hebben geen financiële buffer meer om de slechte financiële situatie het hoofd te bieden.
‘Marktprijzen veel te laag’
„De huidige prijs in Nederland voor een big is 39 euro terwijl de kostprijs 56 euro betreft. Voor een kilo geslacht gewicht krijgt de varkenshouder 1,21 euro terwijl de kostprijs 1,62 euro per kilo is”, zeggen NVV-voorzitter Ingrid Jansen en voorzitter Eric Douma van LTO Varkenshouderij.
Zij wijzen er op dat Nederlandse varkenshouders flinke extra kosten hebben vanwege aanvullende wettelijke eisen, bovenop Europese wetgeving.
Nederlandse varkenshouders betalen 19 cent per kilo varkensvlees voor bovenwettelijke eisen op het gebied van dierenwelzijn en milieu. Dit betekent een jaarlijks bedrag van 300 miljoen euro die varkenshouders moeten ophoesten. „Gemiddeld 60.000 euro per varkenshouder, per jaar”, rekenen Jansen en Douma voor. In Duitsland en Denemarken zijn deze kosten slechts 7 cent.
Maatregelen
NVV en LTO hebben een dringend beroep op de Nederlandse Europarlementariërs gedaan om samen met de varkenssector te zoeken naar maatregelen voor ondersteuning van de sector in de huidige crisistijd. Die maatregelen zijn:
- Ruimte voor nieuwe afzetmarkten en waar mogelijk alternatieve exportmarkten (o.a. Rusland) te (her)openen. Optimale toegang tot afzetmarkten buiten de EU is van groot belang voor het creëren van toegevoegde waarde voor het Nederlandse product.
- De Nederlandse varkenshouderij ziet in een Particuliere Opslagregeling geen oplossing voor de crisis. Niet op korte- en niet op lange termijn. Wel zijn er ander mogelijkheden, die nader onderzocht moeten worden door de Europese Commissie, zoals het omlaag brengen van het geslacht gewicht van vleesvarkens, het tijdelijk vervroegd slachten, minder zeugen in de EU en Europese quotering.
- NVV en LTO Varkenshouderij willen dat er (extra) middelen beschikbaar komen voor de promotie van het Nederlandse varkensvlees.
- NVV en LTO Varkenshouderij vragen (financiële) ondersteuning uit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) om de herstructurering van de varkenssector in Noordwest-Europa gezamenlijk vorm te geven. NVV en LTO Varkenshouderij pleiten hiervoor aangezien middelen uit GLB in Oost-Europa worden gebruikt om de varkens(vlees)productie te intensiveren.
- Een gelijk speelveld in Europa. Alle varkenshouders in Europa moeten aan dezelfde wetten en regels voldoen. Dat kan gerealiseerd worden door het aan banden leggen van de interpretatievrijheid door andere lidstaten van Europese regelgeving. Daarnaast moet er strikte handhaving zijn vanuit de Europese Commissie op lidstaten die zich niet aan de Europese wetten houden bijvoorbeeld op het gebied van dierenwelzijn.
- Ondersteuning van de Europese Commissie en de lidstaten voor het oprichten van producentenorganisaties via ruimte in het (Europese) mededingingsbeleid. Ook moet de Europese Commissie oneerlijke handelspraktijken aanpakken.