Nieuw rapport: ‘Overheid maakt stikstofbeleid op basis van onjuiste gegevens’
Het rapport komt ruim tien dagen voordat Mesdagfonds en stichting Agrifacts met hun rapport naar buiten komen om de juistheid van metingen, data en beleid omtrent stikstof te verifiëren. Op dat rapport zit iedereen te wachten en zal een gedegen review geven op het stikstofbeleid. Evert Mouw heeft in de afgelopen weken de RIVM-gegevens echter ook geanalyseerd.
Mouw werkt onder meer samen met Rutger van den Noort, die vorig jaar al met het RIVM om de tafel zat. Hij is echter ook gelieerd aan Blue Tiger Publishing, dat vorige week nog in opspraak kwam vanwege ongefundeerde uitspraken over de LTO in een YouTube video. De vraag is daarom in hoeverre overheid en landbouw dit rapport op waarde gaan schatten.
De conclusies van Mouw zijn voor menigeen echter niet verrassend, maar een bevestiging dat het fundament van het stikstofbeleid, de gebruikte cijfers en rekenmethoden, te wankel is. Leidend waren de cijfers rondom de uitstoot en depositie van stikstof, zoals opgesteld door het RIVM. Deze zijn in het rapport beoordeeld op geschiktheid voor beleidsvorming. Daarbij wordt gekeken naar de juistheid, volledigheid en transparantie.
Harvard-criteria
Daartoe heeft Mouw de emissiebrondata vergeleken met andere gegevens en worden aan eerdere rapporten en berichten gerelateerd. Transparantie voor het beleid beoordeelde de onderzoeker aan de hand van een European Environment Agency rapportage en de Harvard-criteria. Uit zijn analyse blijkt dat de emissiegegevens niet altijd juist en niet volledig zijn.
Mouw schrijft in het rapport: „De uitstoot van de industrie is niet goed in beeld: vergunningen ontbreken vaak. Militaire vliegvelden zijn niet in de emissiegegevens terug te vinden. De hele luchtvaartsector is niet goed in beeld. De emissiegegevens kennen grote onzekerheden. Goede transparantie ontbreekt. Wel zijn de emissiedata in overeenstemming met Tropomi satellietbeelden.”
Focus vooral op landbouw
Zijn oordeel over de RIVM-cijfers en meet- en berekeningsmethoden is dat de emissiegegevens niet geschikt zijn voor goed beleid, zeker lokaal niet. Dit heeft maatschappelijke gevolgen, zo stelt Mouw: „Sectoren die wel volledig opgenomen zijn in de emissieregistratie lopen het risico onevenredig hard getroffen te worden door beleidsmaatregelen.”
Daarmee bedoelt hij dat er met name een heel goed beeld is van de landbouwbedrijven, omdat deze hun gegevens aan de overheid overhandigen, maar dat daarentegen de gegevens van industrie en vervoer niet goed in beeld zijn. Hierdoor is er een eenzijdig beeld ontstaan en is het vooral de landbouw waar nu de focus op ligt.
„De emissieregistratie is voor agrarische bedrijven completer dan voor andere sectoren. Het wekt dan ook weinig verwondering dat het vaak agrarische bedrijven zijn die als eerste in beeld komen als de stikstofdepositie verlaagd moet worden. Hierdoor lijkt de agrarische sector benadeeld te worden ten opzichte van de industrie en andere sectoren.”
Onevenwichtige informatie
Hij schrijft verder: „Natuurbeleid dreigt gebaseerd te worden op onjuiste aannames. De uitruil van NH3 voor NOx kan nadelig uitwerken voor de volksgezondheid. De maatschappelijke discussie, nu grote politieke keuzes gemaakt moeten worden, dreigt op basis van onevenwichtige informatie gevoerd te worden. Ondanks de lokale onzekerheden worden de uitkomsten van simulatiemodellen door het RIVM juridisch geprefereerd.”
Tekst: Reinout Burgers
Al bijna 25 jaar volg en schrijf ik als journalist onder meer over de varkenshouderij en pluimveehouderij. Twee uiterst boeiende en dynamische sectoren met veel gepassioneerde ondernemers.
Beeld: RIVM
Bron: Evert Mouw