Meer vitale biggen is strijd op veel fronten
![Fokken op grote tomen is de laatste jaren zeer succesvol gebleken](http://d3ncyx4db87lab.cloudfront.net/02/38/895/grote_toom_biggen.-detail.jpg)
Zoals zo vaak zitten er diverse kanten aan een uitdaging. Zo liet WUR-onderzoeker Karel de Greef zien dat aan de ene kant het getal van tussen de 5-6 miljoen biggen die jaarlijks doodgaan voordat ze de slachtrijpe leeftijd bereiken een reëel getal is. Terwijl aan de andere kant, als je deze sterfte uitdrukt in een percentage deze stabiel rond de 13 procent ligt. „Als je dat afzet tegen de enorme stijging van het aantal biggen per zeug per jaar, is dat gewoon een goede prestatie”, held hij de aanwezigen voor. Om vervolgens hen ook bewust te maken dat wanneer de stijging van het aantal biggen per zeug doorzet, bij eenzelfde percentage dus gewoon meer biggen doodgaan bij en vlak na de geboorte. „En met dat getal maak je, zonder nuancering geen kans in een maatschappelijke discussie. En de varkenskritische groeperingen zullen die nuancering zeker niet aanbrengen.”
De Greef waarschuwde de aanwezigen voor de vergaande teksten die in beleidsnotities van het Ministerie worden gebruikt. Niet dat hij de insteek van het beleid, minder dode biggen, betwijfeld, als wel dat hij denk dat het daarmee in een regel- en wetgevingstraject komt waarmee de varkenshouderij niet uit de voeten kan.
Vitalere biggen voor minder sterfte
Om te komen tot minder dode dieren zal de varkenshouder een forse stap moeten zetten. Zorg in de kraamstal is daarbij het meest essentieel. Vlak voor, bij en net na de geboorte is het snelst resultaat te boeken. Het is zinvol om zoveel mogelijk van de beschikbare arbeid hier in te zetten. Topigs Norsvin liet in een berekening zien dat het zelf economisch aantrekkelijk kan zijn extra arbeid in de kraamstal in te kopen. Een tiende procent minder uitval leidt al tot euro’s voordeel. Daarmee werd ook het economisch belang van een goede aanpak onderbouwd.
In de fokkerij zijn de afgelopen jaren grote stappen gezet. Zo steeg het aantal biggen van 25 naar ruim boven de 30 per zeug per jaar. Daarbij is het opvallende te zien dat ook het gemiddelde geboortegewicht van biggen (met nu circa 1360 gram) ondanks dat dat grotere aantal omhoog gegaan is. En dat daarmee minder biggen worden geboren die onder het kritische gewicht voor levensvatbaarheid van1.000 gram ter wereld komen, was volgens Preferent K.I. een duidelijke ontwikkeling.
Wel kan de fokkerij stappen zetten door in het gebruik van de eindbeer minder te focussen op mesteigenschappen en meer het belang van vitale biggen te onderstrepen.
Opvallend was de discussie over het wel of niet goed genoeg zijn van het varkensvoer. Daar waar aan de ene kant de zeugen de extra bigproductie veelal moeiteloos kunnen volbrengen, dankzij uitgebalanceerde rantsoenen en voerstrategieën, zien diverse varkenshouders mogelijkheden de vitaliteit te vergroten met nog betere voerproducten en zelf in het gebruik van diermeel. Dat geeft dieren extra kwaliteit eiwit of darmgezondheid.
Plan van Aanpak
Vanuit de overheid wordt gewerkt aan een plan van aanpak voor het verder beperken van de biggensterfte. Daarbij is het volgens de aanwezigen op de thema-avond essentieel dat de varkenssector zelf de lead neemt. De vergelijking met het terugdringen van het antibiotica gebruik werd daarbij opgevoerd als hoe het zou kunnen.
Tekst: Henk Wassink
Beeld: Pigbusiness