Benutting plaatsingsruimte mest in 2018 op 88 procent
In 2018 is er per hectare landbouwgrond gemiddeld 205 kg stikstof uit dierlijke mest gebruikt. De gemiddelde stikstofbemesting overschreed in vijf van de veertien landbouwgebiedsgroepen de berekende plaatsingsruimte voor dierlijke mest volgens de gebruiksnormen voor stikstof. Dat zijn Zuidoost Nederland (121 procent en hoger); de Veluwe, Betuwe, Oost-Nederland, Drenthe en Groene Hart (alleen tussen 101- 120 procent).Vanaf 2006 gelden er voor stikstof uit dierlijke mest afzonderlijke gebruiksnormen in kg stikstof per hectare landbouwgrond op basis van de Nitraatrichtlijn. De landelijke benutting van de plaatsingsruimte bedroeg vanaf dat jaar ongeveer 90 tot 95 procent. In 2018 is de benuttingsgraad 95 procent.
Fosfaatgebruik mest
In 2018 is per hectare landbouwgrond gemiddeld 67 kg fosfaat uit dierlijke mest gebruikt. De gemiddelde fosfaatbemesting was in twee (Zuidoost- Nederland en de Veluwe) van de veertien landbouwgebiedsgroepen hoger dan de berekende plaatsingsruimte volgens de gebruiksnormen voor fosfaat.
Bij de overschrijding van de gebruiksnorm spelen volgens het Compendium voor de Leefomgeving een aantal factoren een rol. Vanaf 2015 worden de gegevens over de stallocaties gebruikt om de mestproductie aan de juiste regio toe te rekenen, maar tot en met 2014 werd de mestproductie toegerekend aan de regio met de hoofdvestiging van het bedrijf.
Relatief forse overschrijdingen
Daarnaast wordt er bij de afvoer van nutriënten via vaste mest en via fracties van gescheiden mest afgeweken van de geregistreerde transportgegevens, waardoor er veel minder fosfaat en stikstof worden afgevoerd. Dit verklaart voor een groot deel de relatief forse overschrijdingen van de plaatsingsruimte in sommige regio's. Bij de wettelijk toegestane bemesting gaan boeren wel uit van de geregistreerde afvoer.
Onzekerheden in het niveau van de fosfaatproductie, bijvoorbeeld door overschatting van het aantal dieren, de fosfaatproductie per dier of de mestafvoer leiden tot een grote onzekerheid in het gebruik van dierlijke mest in vee-intensieve regio's.
Gebruiksnormen fosfaat
Van de wettelijke plaatsingsruimte voor fosfaat is tussen 1998 en 2009 landelijk ongeveer 80 procent benut met fosfaat uit dierlijke mest. In de jaren daarna nam de benutting toe tot 98 procent in 2015. Na 2015 daalde de benuttingsgraad tot 88 procent in 2018. Regionaal zijn er grote verschillen binnen Nederland maar de onzekerheden in de mate van benutting nemen ook toe met name voor vee-intensieve regio's.
Om binnen de wettelijke plaatsingsruimte te blijven, voeren veel boeren een deel van hun fosfaatproductie af naar andere landbouwbedrijven of naar het buitenland. In 2018 is bijna 50 procent van de fosfaatproductie afgevoerd. De gebruiksnormen voor fosfaat zijn bovendien geleidelijk aangescherpt en sinds 2010 gedifferentieerd naar de fosfaattoestand van de bodem. Bij fosfaat heeft de jaarlijkse aanscherping van de normen geleid tot een verkleining van de plaatsingsruimte. Dit betekent dat er bij een gelijkblijvende fosfaatproductie meer mest moet worden afgevoerd naar regio's waar nog plaatsingsruimte is en er meer mest moet worden verwerkt.
Tekst: Reinout Burgers
Al bijna 25 jaar volg en schrijf ik als journalist onder meer over de varkenshouderij en pluimveehouderij. Twee uiterst boeiende en dynamische sectoren met veel gepassioneerde ondernemers.
Beeld: Susan Rexwinkel
Bron: Compendium voor de Leefomgeving