Lage colistine-resistentie bij varkens
Waar bij E. coli enige resistentie is ontdekt, meldt de GD tegelijkertijd dat er nog geen colistine-ongevoelige salmonella’s gevonden is in de onderzochte mest of ingestuurde varkens.
Resistentie
Colistine is een belangrijk antibioticum voor zowel mens als dier. Bij varkens gebruikt men het vooral voor het behandelen van infecties door E. coli en salmonella. Bij mensen wordt colistine onder andere toegepast bij de behandeling van infecties met bacteriën die ongevoelig zijn voor verschillende andere antibiotica. Door colistine in de varkenshouderij te gebruiken, kan resistentie tegen colistine ontstaan die direct of indirect overdraagbaar is op de mens.
Overdracht van colistine-resistentie is ook mogelijk via plasmiden. Een plasmide is een mobiel genetisch element dat in de bacterie zit en dat bacteriën gemakkelijk onderling kunnen uitwisselen: de bacterie draagt de resistentie aan al zijn buurmannen over. Hierdoor gaat de resistentie-overdracht veel sneller dan wanneer bacteriën resistentie alleen aan hun nageslacht overdragen.
Volksgezondheid
Colistine staat in het Formularium Varken als tweedekeusmiddel vermeld bij behandeling van infecties met E. coli en salmonella. Er bestaat veel resistentie tegen de eerstekeusmiddelen (oxytetracycline en TMP/S) bij E. coli en salmonella, daarom wordt colistine vaak gebruikt bij dergelijke ziektegevallen.
De GD heeft in het monitoringsprogramma slechts een laag percentage colistine-resistentie aangetroffen bij E. coli en salmonella. De gezondheidsinstantie uit Deventer meldt dat het met het oog op de volksgezondheid voor de varkenssector belangrijk blijft om colistine in beperkte mate en alleen met goede reden toe te passen, om zo de kans op resistentieontwikkeling te beperken.
Tekst: Ruben van Boekel, GD
Beeld: Susan Rexwinkel