Van Dam wil grens voor aantal biggen per worp
Dat schrijft staatssecretaris Martijn van Dam van Economische Zaken vrijdag 22 april in een Kamerbrief, na vragen over de toenemende biggensterfte. Volgens Van Dam moet de varkenssector hierover het gesprek aan gaan met de fokkerijorganisaties. Daarbij moet de nadruk liggen op kwaliteit van de biggenproductie en niet eenzijdig op kwantiteit.
Een kwalitatieve verbetering is ook van belang voor het behoud en verder uitbouwen van de vraag van belangrijke exportmarkten naar gezonde en robuuste Nederlandse biggen, vindt de staatssecretaris.
Biggensterfte
Volgens Van Dam komt de stuurgroep bigvitaliteit met vertegenwoordigers van de sector na de zomer met een geactualiseerd plan van aanpak. Hierin worden nieuwe afspraken opgenomen om de biggensterfte aan te pakken.
Er zijn volgens de staatssecretaris vele factoren die meespelen bij sterfte van biggen in de zoogperiode, zoals; het geboortegewicht, biestopname door biggen, voeding van zeug en biggen, huisvesting (o.a. stalklimaat en stalinrichting) en management.
Varkenshouder verantwoordelijk
Het percentage sterfte van biggen wordt beïnvloed door een samenspel van de verschillende factoren waarvan het aantal geboren biggen er één is. Het is de verantwoordelijkheid van de varkenshouder om op bedrijfsniveau hier goed mee om te gaan, volgens Van Dam.
Uitgangspunt zal hierbij moeten zijn dat een zeug zelfstandig vitale biggen ter wereld brengt en deze ook zelfstandig kan groot brengen tot aan het spenen, aldus de staatssecretaris. Om de bigvitaliteit te verbeteren en de biggensterfte te verminderen zal toegewerkt moeten worden naar het optimaliseren van alle factoren die hierop van invloed zijn.