Duitsland blijft belangrijkste afnemer Deens big; Nederland derde afnemer

De export van biggen uit Denemarken is het afgelopen jaar verder gestegen. Er zijn echter verschillende meldingen over hoe sterk de groei is geweest. Begin februari rapporteerde de beroepsvereniging van de Deense landbouw- en voedingsindustrie (L&F) een stijging van 3,4 procent in vergelijking met 2018 tot 14,89 miljoen dieren met een gewicht tot 50 kilogram. Volgens de nu beschikbare gegevens van Statistics Denmark was dit echter aanzienlijk lager met 0,4 procent tot 14,97 miljoen biggen.
Verschillende brongegevens
Verschillende gegevensbronnen zijn de reden voor dit verschil. Terwijl L&F informatie over belastingen van de varkensverkoop gebruikt, maakt de Statistics Denmark gebruik van kennisgevingen van exporteurs. Deze zouden volgens L&F minder nauwkeurig of foutgevoeliger zijn, maar ook de exportbestemmingen moeten bevatten.
Volgens de officiële EU-exportgegevens steeg de verkoop van Deense biggen naar Duitsland in 2019 met ongeveer 158.400 dieren of 2,4 procent op jaarbasis tot 6,81 miljoen. De Bondsrepubliek bleef daarmee Polen voor in de ranglijst van de belangrijkste klanten voor Deense biggen. De Deense biggenleveringen naar Polen daalde zelfs met 1 procent tot 6,54 miljoen.
Nederland op de derde plaats
Enigszins verrassend is dat Nederland, ook een grote Europese biggenproducten, de derde grootste afnemer van Deense biggen is. Het verkoopvolume steeg met maar liefst 17,6 procent op jaarbasis tot 537.430 dieren. Ook de export van Deense biggen naar Kroatië groeide relatief sterk, namelijk met 50 procent naar 148 220 biggen.
De exportcijfers van Deens biggen naar Roemenië en Spanje laten volgens de statistici evenwel een nog grotere groei zijn. De export naar Roemenië verdrievoudigde naar 62.350 dieren en is daarmee een van de hoogste groeicijfers voor de export van biggen in Denemarken in 2019.
Met 62.150 dieren was het aantal aan Spanje geleverde biggen tien keer zo hoog als in 2018. Daarentegen kelderde de verkoop in sommige Oost-Europese landen. Zo werden er maar liefst 50 procent minder biggen naar Hongarije en Slowakije gebracht; de verkoop aan Tsjechië daalde met ongeveer een kwart tot 68.400 dieren.
Minder Deens varkensvlees in de EU
In tegenstelling tot export van Deens biggen daalde de verkoop van Deens varkensvlees in Europa met meer dan een kwart tot 728.800 ton slachtgewicht. Denemarken heeft in 2019 meer varkensvlees aan niet EU- landen verkocht, mede door de goede afzetmogelijkheden in China.
Volgens gegevens L&F werd Duitsland bijzonder zwaar getroffen door deze daling. De vleesverkopen van de Denen aan Duitsland, inclusief bijproducten, daalden met 139.530 ton of 35,4 procent tot 255.070 ton. Daarnaast is de levende export van varkens - gemeten in slachtgewicht - met 2,1 procent afgenomen tot 201.260 ton.
Andere EU-landen
Het verkochte volume aan Polen daalde in totaal met 16 procent tot 265.400 ton in vergelijking met het voorgaande jaar. Naast de lage verkoop van onderdelen name ook de export van levende dieren voor het eerst sinds lange tijd af met 8,3 procent tot 166.825 ton.
De verzendingen naar Groot-Brittannië daalden met 9,2 procent tot 187.230 ton; de verkoop in Italië verminderde met bijna 20 procent tot 101 830 ton. Mede door de toegenomen uitvoer van biggen nam alleen de totale uitvoer naar Spanje toe, namelijk met 13,3 procent tot bijna 15 300 ton.

Tekst: Reinout Burgers
Al bijna 25 jaar volg en schrijf ik als journalist onder meer over de varkenshouderij en pluimveehouderij. Twee uiterst boeiende en dynamische sectoren met veel gepassioneerde ondernemers.
Beeld: Agrio archief
Bron: L&F