Met buffercapaciteit sturen op gezonde darmen
Wat is buffercapaciteit?
Iedere grondstof heeft een bepaalde buffercapaciteit. De buffercapaciteit geeft aan hoe goed een grondstof in staat is om zuren of basen te binden om daarmee de eigen pH-waarde in balans te houden. Hoe hoger de buffercapaciteit des te beter het hiertoe in staat is.
Hoe werkt de buffercapaciteit?
Het uitgangspunt is om in de maag van het varkens een pH-waarde van ± 4 aan te houden voor een optimale voervertering. Wanneer grondstoffen (voer) in de maag komen is er een werking tussen de ingrediënten met een sterke buffercapaciteit, die de eigen pH goed in balans houden, en de maag die een pH van 4 wil behalen. Fijn krijt bijvoorbeeld heeft een goede buffercapaciteit en een hogere pH dan de maag van het varken. Dit zorgt ervoor dat de pH in de maag omhoog gaat. Het varken moet meer zuur aanmaken om dit weer te verlagen tot een pH van 4. De sterke buffercapaciteit van het krijt zorgt er voor dat het langer duurt voordat de maaginhoud weer een pH van 4 bereikt.
Balans in het rantsoen
Omdat de buffercapaciteit invloed heeft op meerdere facetten van varkensvoeding is het zoeken naar de juiste balans. Met het formuleren van een voeder kan hier rekening mee worden gehouden. Daarbij zijn een juiste inzet van ruw eiwit en vezels heel belangrijk. Ruw eiwit verhoogt de buffercapaciteit maar zorgt er wel voor dat varkens hard groeien. Daarnaast zorgen vezels ervoor dat het voer langer in de maag blijft, waardoor zuren beter op het voer kunnen inwerken en uiteindelijk voor een hogere groei en een lagere voederconversie zorgen.
Grotere kans op diarree
De buffering heeft effect op de smaak van het voer (voeropname) en op de vertering. Als er te veel gebufferd wordt bij droogvoer (wat al een hoge pH heeft) kan de maag-pH te hoog blijven. Dit risico speelt vooral bij biggen omdat zij zelf nog te weinig zuur produceren om de pH in de maag te laten dalen. Hierdoor vermindert de vertering en wordt de kans op diarree groter. Als de buffercapaciteit van een zuur product erg hoog is kan dit ten koste gaan van de smaak, bijvoorbeeld door de vorming van azijnzuur bij een verkeerde fermentatie.
Wat kunt u zelf doen?
Het is belangrijk om azijnzuurvorming te voorkomen. Azijnzuur ontstaat bij een verkeerde fermentatie of bij gistingsproblemen in de leidingen of in bijproducten. Dit speelt vooral bij brijbedrijven en bij steekleidingen. Daarnaast is het belangrijk om rekening te houden met extra toevoegingen op het water of voer omdat bepaalde mineralen de buffercapaciteit kunnen beïnvloeden.
Voordeel juiste buffercapaciteit
- Gezondere darmen
- Betere voeropname
- Meer efficiency
- Minder diarree
- Betere vertering
- Hogere groei
Rol AR
AR ontwikkelt haar voeders voortdurend op basis van de nieuwste inzichten. Anticiperen op de buffercapaciteit is een belangrijk aspect daarbij. AR past het AR Topcal concept toe, een complex van zuren en calciumbronnen die zorgen voor de juiste pH-daling en verbeterde voorvertering van het eiwit.