Is coccidiose altijd onder controle?
Cystoisospora suis (C. suis, voorheen Isospora suis) is een bekende ziektekiem in zuigende biggen die wereldwijd veel voorkomt. Biggen worden geïnfecteerd door orale opname van oöcysten (“eitjes”). Deze beschadigen de darmwand wat kan resulteren in diarree. Ook subklinische infecties komen voor, waarbij geen diarree optreedt, maar vooral de groeivertraging opvalt. Een preventieve behandeling met toltrazuril wordt aanbevolen en wordt in Europa frequent toegepast. De biggen dienen behandeld te worden voordat ze oöcysten gaan uitscheiden. Tot voor kort waren er enkel middelen op basis van toltrazuril beschikbaar die oraal toegediend moeten worden. Na de introductie van deze orale toltrazuril als preventie tegen coccidiose bij biggen, zijn slechts enkele veldstudies naar het effect van de behandeling uitgevoerd. In 2018 is opnieuw een veldstudie uitgevoerd. Deze veldstudie is uitgevoerd om de aanwezigheid van de parasiet op varkensbedrijven in vier verschillende Europese landen te onderzoeken en om managementfactoren te evalueren die mogelijk verband houden met infectie en ziekte.
Opzet van de studie
In totaal zijn 49 bedrijven uit Oostenrijk (7), Tsjechië (17), Duitsland (7) en Spanje (18) in het onderzoek opgenomen. Het gemiddeld aantal aanwezige zeugen was 1250 per bedrijf. In de 2e en 3e levensweek zijn van 603 tomen herhaald gepoolde mestmonsters genomen. Het streven was om minstens 10% van de tomen te bemonsteren met een maximum van 30 tomen per bedrijf. De monsters zijn, door middel van autofluorescentie, microscopisch onderzocht op de aanwezigheid van C. suis oöcysten en de mestconsistentie is gescoord (zie figuur 1). Per bedrijf is er ook een vragenlijst ingevuld over het management en de gebruikte behandelingen.
Resultaten
- Resultaten per land en relatie mestconsistentie - coccidiose
Mest die als diarree werd gescoord, was niet significant vaker positief voor C. suis dan niet-diarree-mest. Pasteuze mest (score 2) was significant vaker positief dan mest met een andere consistentie. Coccidiose kwam binnen de varkensbedrijven in 0 tot 100% van de tomen voor.
- Effect van toltrazuril behandeling
De orale toltrazuril behandeling had geen invloed op het optreden van de diarree (zie tabel 2). Er was ook geen significante verlaging van het aantal C. suis infecties.
- Effect van het tijdstip van behandeling
Bedrijven die vroeg behandelden (niet later dan de 3e levensdag) hadden wel significant minder C. suis infecties vergeleken met bedrijven die laat behandelden (zie figuur 3).
- Effect van ontsmettingsmiddelen
Slechts op twee bedrijven werd een ontsmettingsmiddel met activiteit tegen coccidia gebruikt. Op deze bedrijven werd C. suis niet aangetroffen.
Conclusie
Op de meeste van de onderzochte bedrijven lijkt de huidige C. suis controle onvoldoende. Deze bevindingen benadrukken het belang van een juiste medicatie en een effectief hygiënemanagement. Om een effectieve bestrijding van parasieten te behouden, moet de effectiviteit van de controlemaatregelen worden gecontroleerd.
Twijfelt u of coccidiose op uw bedrijf onder controle is?
Bespreek het met uw dierenarts of neem contact op met Ceva.
Bron
Hinney B. et al. Cystoisospora suis Control in Europe Is Not Always Effective. Front. Vet. Sci., 4 Mrt 2020. https://doi.org/10.3389/fvets.2020.00113