Coronaprotocol voor land- en tuinbouw
Het protocol geeft werkgevers en werknemers duidelijke richtlijnen voor gezonde werknemers en een gezond bedrijf. Daarnaast dient het als basis voor maatwerkoplossingen per agrarische deelsector. Als de actualiteit daarom vraagt, wordt het aangepast. Een eerste aanpassing wordt doorgevoerd op het moment dat de overheid duidelijkheid geeft over het begrip ‘gezamenlijke huishouding’. Op initiatief van CNV Vakmensen en FNV Agrarisch en Groen besteedt het protocol ook aandacht aan de gevolgen van de coronacrisis voor werknemers.
Uitgangspunten voor het protocol zijn:
• de maatregelen van het RIVM;
• de richtlijn van 1,5 meter afstand houden;
• de maximale bescherming van werkgevers en werknemers.
‘Arbeidshygiënische strategie’
Om te bepalen wat veilig werken tijdens de coronacrisis inhoudt, wordt de zogeheten ‘arbeidshygiënische strategie’ gehanteerd. Hierbij wordt eerst bekeken of het risico bij de bron kan worden aangepakt, pas daarna worden andere maatregelen genomen. De maatregelen in dit protocol hebben verschillende niveaus. Maatregelen van een hoger niveau moeten de voorkeur hebben boven maatregelen van een lager niveau. Een maatregel van een lager niveau is alleen toegestaan als daar goede redenen voor zijn.
In de praktijk kan dat er op verschillende manieren uitzien. Een voorbeeld van veilig 1,5 meter uit elkaar werken op bedrijven of de kas is: werken aan tafels die als de vlakken van een dambord tegen elkaar zijn geplaatst. Veilig werken aan de sorteerband, waar medewerkers dicht op elkaar staan en 1,5 meter afstand echt niet haalbaar is, kan bijvoorbeeld door het plaatsen van tussenschotten.
Werkgevers en werknemers samen
Zowel van werkgevers- als werknemerszijde wordt het belang van het protocol onderschreven. „Veilig werken, reizen en wonen is nu topprioriteit. We zijn blij dat we als werkgevers en werknemers samen tot een protocol zijn gekomen”, zegt Wim van den Boomen, portefeuillehouder Goed Werkgeverschap en Economisch Beleid, namens de Taskforce Arbeid van LTO Nederland.
Ook de werknemersorganisaties zijn tevreden over het protocol. Jeroen Warnaar, bestuurder Land- en Tuinbouw bij CNV Vakmensen: „Waar dat kan, moeten we de problemen bij de bron aanpakken. En daar pas van afwijken als het echt niet anders kan. Dan blijft de gezondheid van ondernemers en werknemers zo goed mogelijk gewaarborgd.”
Leo van Beekum, bestuurder Agrarisch en Groen bij FNV zegt dat de vakbond momenteel veel klachten krijgt over mogelijk onveilige situaties. „We hopen dat er met dit protocol duidelijkheid komt en dat er dan ook naar gehandeld gaat worden.”