Carola Schouten tegen Esther Ouwehand: 'Stallen raken niet overvol door coronacrisis'
Ouwehand spreekt in haar vragen over ‘een opeenhoping’ van dieren in de veehouderij omdat de horeca vanwege de coronamaatregelen is gesloten. Volgens Schouten is daar geen sprake van. „De vraag vanuit de horeca en export is inderdaad afgenomen. Tegelijkertijd hebben sommige sectoren te maken (gehad) met een verhoogde vraag vanuit de retail. Vooralsnog hebben de grote slachthuizen in Nederland de gebruikelijke aantallen kunnen slachten, waardoor er geen sprake is van toegenomen dierenwelzijnsproblemen in de stallen", aldus Schouten.
Capaciteit
Van overvolle stallen en welzijnsproblemen in varkensstallen, omdat varkensslachterijen op lagere capaciteit draaien, zijn nog geen signalen, zegt Schouten. „De NVWA heeft ondanks de coronacrisis tot op heden de bemensing op slachthuizen rond kunnen krijgen." Varkensslachterijen hebben wel hun zorg uitgesproken over de inzetbaarheid van toezichthoudende dierenartsen van de NVWA. Tevens hebben slachterijen de wens uitgesproken om gedurende de coronacrisis incidenteel de slachttijden te verlengen door meer op zaterdag te slachten. Hierover is de NVWA volgens Schouten in overleg met COV en de varkensslachterijen.
Nieuw-Zeeland
Toestanden zoals in Nieuw-Zeeland waar varkensstallen wel overvol dreigen te raken, hebben geen relatie met Nederland, schrijft Schouten verder. „In Nieuw-Zeeland hebben onafhankelijke slagers de deuren moeten sluiten aangezien zij door de overheid niet als essentiële bedrijven zijn gekwalificeerd. In Nederland heeft de overheid de gehele voedselketen als cruciale sector aangewezen."
Er worden volgens de minister wel minder kalveren geslacht. „Dat betekent dat kalveren langer op stal blijven. De sector heeft echter aangegeven dat, mocht er bij de oudste kalveren minder ruimte ontstaan in de hokken, dan in overleg met de slachterijen, de zwaarste kalveren naar het slachthuis worden afgevoerd zodat de rest voldoende ruimte heeft."
Fokbeperkingen
Er zijn volgens Schouten verschillende maatregelen mogelijk om de gevolgen van marktverstoringen op te vangen als dit nodig mocht zijn. ‘In een aantal sectoren, zoals de pluimvee- en de eendensector, heeft een aantal bedrijven zelf besloten tijdelijk geen nieuwe productieronde op te starten of minder dieren opgezet’.
Het verplicht instellen van fokbeperkingen is volgens de minister niet mogelijk, omdat COVID-19 geen besmettelijke dierziekte is. Wel zijn de veesectoren in overleg met het ministerie van LNV om mogelijke productiebeperkende maatregelen op te leggen op tijdelijke en vrijwillige basis. „De mededingingsregels staan niet toe dat branche- en producentenorganisaties hun leden een bindend advies geven over de beperking van de productie. Zij kunnen hun leden wel adviseren om op vrijwillige basis tijdelijk productiebeperkende maatregelen te nemen, waarbij het aan de individuele ondernemer is dit advies al dan niet op te volgen’, aldus Schouten.