Noord-Brabant wil nieuw provinciaal mestbeleid
Tegelijkertijd wil de provincie verdere groei van de veestapel voorkomen en krimp stimuleren. Dit schrijft de provincie in een Statenvoorstel dat dit najaar verder wordt uitgewerkt en voorgelegd aan de Brabantse Staten.
Brabants mestbeleid
Het Statenvoorstel gaat uit van drie oplossingrichtingen. Als eerste van een Brabants mestbeleid dat uitgaat van het bewerken van alle mest, nog voordat het wordt opgeslagen. Dit betekent ook het herontwerpen van stalsystemen. „De behoefte van de bodem moet centraal staan bij het aanwenden van mest, dat stelt eisen aan de samenstelling. Zo zijn belangrijke winsten te behalen in het reduceren van emissies naar lucht, bodem en water en in het verminderen van risico’s voor gezondheid en veiligheid. Dit biedt zicht op een beter verdienmodel: minder kosten voor of wellicht opbrengsten uit mest en eenvoudiger en goedkopere stalsystemen.“
Voor locatiekeuze van mestbewerking wil de provincie een eerste bewerking op het bedrijf en verdere bewerking in gespecialiseerde installaties op logistiek goede plekken. Dat zou goed passen op bedrijventerreinen, maar Brabant ziet ook mogelijkheden op geschikte plekken daarbuiten.
Inkrimpen veestapel
De derde en laatste oplossingrichting is het sturen van de omvang van de veestapel door groei en krimp van bedrijven op korte afstand aan elkaar te koppelen. De dialoog leverde drie oplossingsrichtingen die verdere groei voorkomen en krimp stimuleren. Deze zijn gebaseerd op dierrechten en / of een ‘inruilregeling’ voor staloppervlakte: staldering.
Binnen deze richtingen zijn variaties en combinaties denkbaar, onder andere met een publiekprivate ‘bank’ die rechten (dieren of stallen) verwerft en uitgeeft onder afroming. Tegelijk is het nodig bedrijven die zich ontwikkelen richting zorgvuldigheid te stimuleren via minder of eenvoudiger regels, zodat deze bedrijven beter kunnen blijven renderen en schaalvergroting niet verder wordt aangejaagd.
Dialoog
Aan het overleg hebben deelgenomen: burgers, veehouders, milieubeschermers, gezondheidsdeskundigen, financiers, gemeenten en waterschappen. Doel was te onderzoeken of er een gedragen aanpak denkbaar is voor een Brabants mestbeleid en daaraan gekoppeld een beleid dat stuurt op de omvang van de veestapel.
De dialoog is gevoerd in vier regio’s. De dialoog kende drie rondes. Het overleg geldt als onderdeel van de Uitvoeringsagenda Brabantse Agrofood (UBA).
Tekst: Ruben van Boekel
Beeld: Brabant