Antibioticumgebruik varkenshouderij daalt 5 procent
Ten opzichte van 2014 is een daling te zien in antibioticumgebruik in de rundveesector (2,2 procent), de varkenssector (5,0 procent) en de vleeskuikensector (7,4 procent). Het gebruik is gestegen in de kalversector (4,3 procent) en kalkoensector (16,9 procent). Het totale gebruik van antibiotica is in 2015 verder gedaald met 58,4 procent ten opzichte van referentiejaar 2009.
Extra inspanningen
In haar persbericht noemt de SDa haar constatering dat er nog bedrijven zijn, die geen verandering in gebruik laten zien. De bedrijven in het actiegebied (rood) en signaleringsgebied (oranje) zullen aangezet moeten worden tot extra inspanningen om het gebruik te verlagen.
Meer nadruk op het reduceren van het gebruik op deze bedrijven is nodig, omdat juist op deze bedrijven een verhoogd risico bestaat op resistentievorming en vervolgens verspreiding van resistente bacteriën.
Onderzoek factoren
Het is volgens de SDa veelal onduidelijk welke factoren van invloed zijn op het hoge antibioticumgebruik op bedrijven in het oranje en rode gebied. Om het vermijdbaar en onvermijdbaar antibioticumgebruik in kaart te brengen moet verder onderzoek gedaan worden.
Vervolgens kunnen de verbeterplannen van de bedrijven in het signalerings- of actiegebied zich specifiek te richten op deze factoren en zal verdere reductie in gebruik kunnen worden gerealiseerd.
Eindpunt niet nulgebruik
Het gebruik van antibiotica is sinds 2009 sterk verlaagd en de spreiding in het gebruik sterk verminderd. Een beweging naar meer verantwoord en meer uniform gebruik tekent zich af. Dit vraagt volgens de SDa om een aanpassing van de benchmarkwaardensystematiek.
'Daar waar uit de analyse blijkt dat er zich een laag, uniform verantwoord antibioticumgebruik in een sector aftekent, kan overgegaan worden tot één, mogelijk definitieve, benchmarkwaarde.' Voor deze (deel)sectoren geldt dat het gebruik teruggebracht is naar een niveau dat nauw verbonden is aan het houden van dieren.
Het expertpanel van de SDa constateert hiermee dat nulgebruik voor de Nederlandse dierhouderij niet het eindpunt zou moeten zijn.