‘Deense big verliest terrein in Duitsland’
Huisman beroept zich op geluiden die hij hoort van zijn Duitse handelaar EFQ Syke. Het Noord-Duitse handelsbedrijf waar hij zijn biggen aan levert, verhandelt jaarlijks 2,2 miljoen dieren. De Nederlandse varkenshouder deed gisteren zijn uitspraken op de Pig Business thema-avond Markt & Vlees bij FarmFocus in Dalfsen waar de afzetmarkt bepalen als varkenshouder centraal stond. Op de avond kwamen ruim 60 bezoekers af.
Veranderend classificatiesysteem
De stagnerende vraag naar Deense biggen zou onder meer een gevolg zijn van het veranderende Duitse classificatiesysteem. Verschillende Duitse slachterijen zijn onlangs overgestapt op Autofom-3. De nieuwe manier van classificeren is nadelig voor varkens met een grote spekdikte. De spekdikte wordt met Autofom-3 sterker meegewogen in de bepaling van het vleespercentage dan met de oude methode. Hierdoor worden varkens met een hoge spekdikte lager uitbetaald dan voorheen. Deense slachtvarkens zouden met het nieuwe classificatiesysteem slechter scoren.
Huisman constateert dat dit zeker kansen biedt voor de Nederlandse big. „Er is zeker vraag naar goede Nederlandse kwaliteitsbiggen. Volgens de varkenshouder moet de big wel aan de volgende voorwaarden voldoen: goede gezondheid, hoge groei, goede classificatie en een aflevergewicht van minimaal 28 kg. Hij zegt dat de eindberen db.77 of PIC408 het beste aansluiten bij de wensen van de Duitse mester.
Beren mesten
De Nederlander stelt dat in Duitsland naar biggen van binnenlandse herkomst de grootste vraag is. „Duitse slachterijen sturen steeds meer aan op slachtvarkens die een DE-oornummer hebben. Dit komt door de vraag vanuit de retail. Duitse supermarkten willen naar hun consumenten communiceren dat hun varkensvlees van Duitse oorsprong is.”
Verder constateert Huisman dat de weerstand tegen beren mesten in Duitsland steeds meer afneemt. „De vraag naar beren in Duitsland groeit. Duitse slachterijen nemen beren gemakkelijker af en dat neemt voor veel mesters een belangrijk obstakel weg. Ik verwacht dat over een paar jaar beren mesten in Duitsland gemeengoed is.”
De 36-jarige varkenshouder heeft samen met zijn vrouw Marjan een vermeerderingsbedrijf met 560 zeugen in het Noord-Duitse Varel. In de omgeving heeft hij nog een pachtstal met 1.800 vleesvarkens.
Tekst: Ruben van Boekel
Beeld: Amber Heering