Houbensteyn richt zich op drie markten
Volgens Martin Houben beredeneren ze bij hun afzet altijd vanuit het aantal dierplaatsen per locatie. „We kijken naar de beschikbare ruimte per dierplaats en stemmen dit af op de dierenwelzijnseisen van het afzetkanaal.” De Limburgse varkenshouderijonderneming telt meerdere locaties in de gemeentes Venray en Horst aan de Maas.
Ze leveren hun vleesvarkens af binnen het reguliere Welfare-concept en zijn daarnaast deelnemer aan het 1-ster Beter Leven Keurmerk. Tot slot zetten ze ook nog deel van hun biggen in Duitsland af. Martin Houben is de gastspreker op de Pig Business thema-avond Markt & Vlees op 15 juni in Nederweert-Eind. Het onderwerp deze avond is ‘Bepaal je afzetmarkt’.
Luister naar afnemer
De ambitie is om op zoveel mogelijk locaties een gesloten bedrijfsvoering op te zetten met zeugen en vleesvarkens. „Met brijvoer hebben we lagere voerkosten en we kunnen onze mest bewerken in de mestvergister”, verklaart de 53-jarige directeur van de Houbensteyn Groep. Het familiebedrijf telt in totaal 5.000 zeugen en 25.000 vleesvarkens. De biggen die ze zelf niet opleggen, zetten ze al ongeveer 10 jaar af in Duitsland.
Onder meer vanwege de wensen van hun Duitse afnemers besloten ze zes á zeven jaar geleden over te schakelen naar Deense zeugen. Ook stemmen ze de eindbeer en de vaccinaties af op de Duitse vraag, maar bovenal begint het volgens Houben met luisteren. „Het is een steeds kritischere markt waar je goed naar je afnemer moet luisteren.”
Niet zonder elkaar
Houben bedient met zijn vleesvarkens zowel de reguliere markt als een concept. Volgens de Limburger kunnen beide markten niet zonder elkaar. „De reguliere markt zorgt dat concepten een meerwaarde vormen.” Bovendien stelt hij dat je voor de afzet van de minder gewilde varkensonderdelen altijd afhankelijk bent van het reguliere marktkanaal. „Het is een illusie dat we zonder de gangbare markt kunnen.”
Voor hem is zelf het standaard Nederlands varken een product wat boven de reguliere markt hangt. „Het Nederlands varken voldoet aan extra eisen en is daardoor op Europees niveau een onderscheidend product. Cruciaal is nu om het Nederlands varken commercieel aan te kleden met een merk en verhaal.” Hij ziet dit als voornaamste taak van de Producenten Organisatie Varkenshouderij. „De POV moet nu met het Holland Varken de aanval kiezen en als eenheid de markt op gaan.”
Omzetten in kans
Houben ziet de laatste jaren tot zijn genoegen marktdifferentiatie ontstaan in de Nederlandse varkenshouderij. „We hebben met voorbeelden als het Beter Leven Keurmerk, Heyde Hoeve, Frievar en Livar tal van concepten en merken zien opkomen. Deze vertegenwoordigen nu al 25 tot 30 procent van de Nederlandse varkensvleesproductie.”
Voor de reguliere markt die ongeveer 70 procent van de markt beslaat, is het volgens de varkenshouder de uitdaging om proberen de extra eisen om te zetten in een kans. „We hebben als Nederlandse varkenshouder de laatste jaren heel veel extra eisen opgelegd gekregen. Nu moeten we proberen dat nadeel om te zetten in een voordeel. Denk aan zaken als de vierdageneis, verminderd antibioticagebruik en een betere track en tracing. We blinken er in Nederland in uit en nu moeten we het buitenland overtuigen van ons product.”
Houben onderstreept dat voor welke markt je ook als varkenshouder kiest een concurrerende kostprijs altijd de basis is. „Het kostprijsleiderschap is bij meerwaarde creëren moeilijk na te streven, maar je zult ongeacht voor welke markt je kiest altijd de laagst mogelijke kostprijs moeten nastreven.”
Aanstaande woensdagavond 15 juni is de Pig Business thema-avond Markt & Vlees in Nederweert-Eind. De aanvangstijd is 19.30 uur.
Tekst: Ruben van Boekel
Beeld: Susan Rexwinkel