Brandweer kon brandende varkensstallen niet in

Martien Kats, officier van dienst Brandweer West- en Midden-Brabant verklaart tegenover het regionale dagblad BN De Stem dat het ging om twee stallen die met elkaar verbonden waren. „Om de stal in te gaan, moesten de staldeuren open. Vervolgens moesten we de deuren van de verschillende boxen één voor één openen. De rookontwikkeling zorgde ervoor dat de brandweerlieden niks zouden zien. Daarnaast stonden de varkens op kunststof roosters, die door de warmte heet waren geworden en zijn gesmolten.”

De brandweerofficier zegt dat het vrij snel duidelijk was dat de brandweer zich moest richten op behoud van de andere stallen. Daar zaten nog eens 6.000 varkens in, die ongedeerd zijn gebleven. De brand ontstond vrijdag bij werkzaamheden van een dakbedekkingsbedrijf. Zij gebruikten branders, waarna de vlam waarschijnlijk oversloeg naar de stallen. Bij de brand kwamen in totaal 2.000 varkens om.

Actieplan Stalbranden
NVV en LTO Varkenshouderij stellen dat varkenshouders de afgelopen jaren al diverse maatregelen hebben getroffen om brand in hun stallen te voorkomen. Door samenwerking in het Actieplan Stalbranden is brandveiligheid van veestallen hoger op de agenda gekomen.

Dat geldt voor de veehouders, maar ook voor de adviseurs die op het erf komen. „Helaas blijkt een brand niet altijd te voorkomen”, zeggen de voorzitters Ingrid Jansen en Eric Douma. „Dat hebben we vrijdag helaas weer kunnen zien. Goede samenwerking tussen alle partijen, zoals agrarische belangenbehartigers, Dierenbescherming, de overheid, verzekeraars en dierenartsen blijft daarom noodzaak.”

NVV en LTO Varkenshouderij vragen lokale en regionale overheden ook om goed te kijken naar vergunningaanvragen van varkenshouders om nieuw te mogen bouwen. „Hoewel wij begrip hebben voor omwonenden die vraagtekens zetten bij nieuwe stallen, moeten gemeenten en provincies zich realiseren dat bij nieuwbouw varkenshouders juist extra en modernere maatregelen kunnen treffen tegen brandveiligheid en het voorkomen van brand. Hier zal in de besluitvorming ook naar gekeken moeten worden”, aldus Jansen en Douma.