België: ‘Moet de varkenssector minder exportafhankelijk worden?’

Net nu de sector aan een heropleving bezig was na de Afrikaanse varkenspest, deelt de coronapandemie nieuwe klappen uit. De afzetmarkten, zowel nationaal als internationaal, zijn voor een groot stuk weggevallen waardoor er veel overschotten zijn. Dat zet een enorme druk op de prijzen. De Belgische varkenssector is door het wegvallen van China meer afhankelijk van afzet op de Europese markt. Andere lidstaten die normaal wel kunnen exporteren naar derde landen, ondervinden momenteel zelf ook logistieke en grensproblemen waardoor dat vlees ook op de interne EU-markt blijft. it leidt ertoe dat slachthuizen en verwerkers hun producten minder vlot kunnen verkopen”, zegt Crevits. „Hierdoor verlagen ze hun wekelijkse aantallen slachtingen of gebeuren de slachtingen aan verlaagde prijs.”
Europese interne markt
„Aangezien de problematiek in de hele EU speelt, bepleit ik bij Europa zo veel mogelijk het goed functioneren van de Europese interne markt en vraag ik om de interventiemaatregel op het vlak van tijdelijke private opslag die beschikbaar is voor het varkensvlees te activeren”, stelt de Vlaamse minister verder. „Dat zou de druk van de markt kunnen halen.”
Vorig jaar was de export vanuit België goed voor 899.000 ton varkensvlees naar andere lidstaten en derde landen samen en importeerden we zelf 345.000 ton varkensvlees. Van wat ze uitvoerden, ging 95 procent naar bestemmingen binnen de interne markt en 5 procent naar derde landen.
Minder internationale handel
Het Vlaamse parlementslid Ludwig geeft aan volop voorstander van steun voor de varkenssector te zijn, maar stelde tijdens het debat tegelijk dat het in de toekomst een onleefbare situatie is wanneer men blijft produceren en de afname daalt. „Wellicht gaan we naar een wereld waarin er minder internationale handel zal zijn. Dan moeten we vooruit kijken voor die landbouwsectoren die meer produceren dan voor het eigen gebruik. We moeten durven nadenken over mogelijke alternatieven. In het licht van het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) en de Green Deal, moeten we volgens mij niet alles inzetten op blijven produceren, om dan achteraf bepaalde zaken uit de markt te moeten nemen en op te slaan.”
Maar volgens Crevits moeten we het kind niet met het badwater weggooien. „Onze Vlaamse economie hangt heel sterk af van de handel, zowel import als export. Die handel moet duurzaam zijn, maar terugplooien op onszelf en niets meer verhandelen, is totaal geen oplossing. Het zou trouwens onze welvaartsstaat totaal onderuit halen. Ik vind het goed dat we veel aandacht hebben voor de korte keten, maar alles wat we binnen Europa verhandelen, is eigenlijk geen export, maar gewoon de vrijhandelszone waar we gebruik van maken.”
Diversiteit blijft nodig
Ze benadrukt wel het belang om voor álle landbouwbedrijven een doordacht bedrijfsmodel te ontwikkelen. Crevits: „Het is niet mijn bedoeling om vanuit de Vlaamse overheid één model op te leggen aan een bedrijf. Als we onze landbouwsector sterk willen houden, zal diversiteit nodig zijn, en dat is ook de toekomst. Het is wel van belang dat alle boeren de kans krijgen om zich goed te laten begeleiden, en dat ze ook nadenken over de toekomst. Als ik met jonge boeren praat, dan is het grootste dilemma waar zij voor staan, de zoektocht om in goed overleg met de oudere generatie nieuwe zaken te verkennen. Daar moeten we via de landbouworganisaties en via Vlaamse steun zorgen voor een goede begeleiding om de juiste keuzes te kunnen maken.”