LTO: veehouderij moet fijnstof uitstoot verminderen
Van Hoof, die binnen het bestuur van LTO Nederland over Diergezondheid gaat, reageert hiermee op het donderdag 7 juli verschenen onderzoek Veehouderij en Gezondheid Omwonenden.
Uit het onderzoek blijkt dat een verhoogde concentratie van ammoniak, net als de blootstelling van emissies van verkeer in stedelijke gebieden, kan leiden tot een verminderende longfunctie. Dit is niet een direct gevolg van de ammoniak, stellen de onderzoekers, maar een gevolg van de fijnstofdeeltjes die ontstaan als ammoniak reageert met andere stoffen in de lucht.
Zoönosen
Dat er wat betreft zoönosen, vee-gerelateerde MRSA, ESBL’s, Hepatis E en Influenza geen verschil in risico is gevonden tussen omwonenden van veehouderijen en zij die elders wonen, is voor de veehouderij ook een belangrijke conclusie uit het onderzoek.
„Met deze conclusie zijn we best gelukkig. We komen juist uit deze hoek vaak argumenten tegen in de discussies over veehouderij”, zegt Toon van Hoof, die binnen het bestuur van LTO Nederland over Diergezondheid gaat.
„Het is voor ‘onze buren’ goed nieuws en het is belangrijke informatie voor de dialoog tussen boeren, burgers en lokale politiek. En de onderzoekers maken ook duidelijk dat mensen die in de directe omgeving van een veehouderij wonen minder last hebben van allergieën dan andere plattelandsbewoners.”
Opgave voor de sector
LTO Nederland ziet fijnstof als een serieus issue. „Daar kunnen we de ogen niet voor sluiten”, vertelt Van Hoof. „Dit is een opdracht waar we met elkaar de komende jaren aan moeten werken. En tegelijk moeten we ons realiseren dat fijnstofbelasting uit veel bronnen afkomstig is, niet alleen uit de veehouderij.”
„Het onderzoek heeft plaatsgevonden in een dichtbevolkt gebied, met veel verkeer, industrie en veehouderij en ook nog in de nabijheid van buitenlandse industriegebieden. Fijnstof als bron voor gezondheidsklachten is de optelsom van verkeer, industrie en veehouderij”, aldus Van Hoof.