Boer blijft de baas in voorstellen Commissie-Remkes
In 2030 moeten de binnenlandse stikstofemissies met de helft zijn verminderd, en in 2050 moeten alle natuurgebieden zich kunnen hebben hersteld. Dat stelt de Commissie-Remkes in zijn eindadvies over de stikstofproblematiek. Alle sectoren zullen hieraan mee moeten werken, ook de landbouw. Maar voor de landbouwsector wil de commissie hierbij het voortouw aan de boer geven. „De landbouwsector heeft in de afgelopen jaren bewezen het vermogen te hebben om te concurreren, te innoveren en te veranderen”, stelde voorzitter Johan Remkes bij de presentatie van het rapport. „Dat transitievermogen is hard nodig om de omslag te kunnen maken.” Hij noemde daarbij expliciet de voorstellen die de sector zelf al heeft gedaan om de uitstoot in tien jaar te halveren, en dat sommige bedrijven al verder zijn gegaan.
Boer aan het roer
In het voorstel van de commissie wordt dan ook ruim baan gegeven aan de boer zelf om vermindering van de uitstoot te realiseren. Ze stelt een Afrekenbare Stoffenbalans voor, waarmee de boer kan sturen op wat er aan stikstof het bedrijf ingaat (via bemesting en diervoeding) en wat eruit komt (als te vermarkten producten). Het verschil daartussen moet zo klein mogelijk worden gehouden.
„Het adviescollege richt zich primair op stikstof, maar [...] in de Afrekenbare Stoffenbalans kunnen ook andere stoffen worden meegenomen, zodat meekoppelkansen worden benut en integraal wordt gestuurd op zoveel mogelijk relevante effecten”, stelt de commissie in zijn rapport. In zijn presentatie benadrukte Remkes dat deze stoffenbalans niet bovenop andere wetten en regels moet komen, maar de huidige complexe mestwetgeving moet vervangen. Uiteindelijk, stelt de commissie in het rapport, kunnen ook alle rechtensystemen (pluimveerechten, varkensrechten, fosfaatrechten) worden afgeschaft.
MINAS
Met dit voorstel wordt teruggegrepen op de MINAS-systematiek. Dat hoeft geen bezwaar te zijn voor de Europese Commissie, vertelt commissielid Rudi Rabbinge. Die heeft destijds het MINAS-systeem niet geweigerd vanwege de systematiek op zich, maar omdat vanwege allerlei vrijstellingen en forfaitaire waardes de tanden uit het systeem waren gehaald.
Een ander verschil met het systeem van destijds is dat de technologische mogelijkheden verder zijn ontwikkeld. „De mogelijkheden om ammoniak in de lucht sensorisch te meten zijn de laatste jaren sterk toegenomen”, schrijft ze, en stelt voor om een fijnmazig meetnet aan te leggen om ammoniakemissies te meten, zodat op basis van metingen de ammoniakemissie kan worden bepaald.
Niet van boven opgelegd
Al met al stelt de commissie forse maatregelen voor, maar geeft landbouwers de mogelijkheid in handen om de eisen op eigen wijze in te vullen. „De commissie heeft zeker de belangen en de kracht van de landbouwsector in het oog gehouden”, vertelt een commissielid. „Vooral de mensen met een landbouwachtergrond - Rudi Rabbinge, Martin Scholten en Elbert Dijkgraaf - hebben hier steeds aan vastgehouden.” Dat heeft er volgens dat lid voor gezorgd dat boeren zelf maatregelen kunnen nemen die bij hun bedrijfsvoering passen, in plaats van ze van bovenaf door de overheid opgelegd te krijgen.
De commissie wijst er nog op dat de maatregelen die het kabinet neemt, voldoende juridische borging moeten hebben, anders worden ze opnieuw door de Raad van State onderuit gehaald. Bij de ontvangst van het rapport vertelde minister Schouten dat de regering daar ook de nadruk op legt. „Bij het kabinetsbeleid zijn twee zaken leidend”, vertelde ze. „Het beleid moet juridisch houdbaar zijn, en we hebben een grote natuuropgave.” Als de natuur niet verbeterd, stelde de minister, is er geen ruimte voor nieuwe vergunningverlening.