Varkenshouderij duurzamer dan nationale ambitie
Dat meldt Stichting Milieukeur (SMK). Voor pluimvee geldt dat voor 33,0 procent, voor varkens 24,5 procent en voor melkvee 7,6 procent. In totaal is 13,0 procent van alle stallen integraal duurzaam. Daarmee is de varkenshouderij, maar ook de andere sectoren, duurzamer dan ambitie van totaal 12 procent die de overheid volgens de visie integraal duurzame veehouderij in 2023 heeft gesteld.
Maatlat Duurzame Veehouderij
Voor deze visie zijn jaarlijks hoger wordende doelen gesteld. Voor eind 2015 (peildatum 1 januari 2016) noemt het ministerie van Economische Zaken als ambitie dat minimaal 12 procent van de rundvee-, varkens- en pluimveestallen integraal duurzaam is.
De toename van het aantal integraal Duurzame stallen is volgens SMK vooral toe te schrijven aan de Maatlat Duurzame Veehouderij en het Beter Leven keurmerk. In 2015 bepalen stallen die voldoen aan Maatlat Duurzame Veehouderij voor 41 procent het aandeel integraal duurzame stallen. Voor stallen met Milieukeur is dat 3 procent.
Veertien procent
De ambitie van het ministerie van Economische Zaken voor het percentage integraal duurzame stallen is voor 2016 14 procent. Als de in aanbouw zijnde stallen allemaal worden gerealiseerd, zal het aandeel integraal duurzame stallen rond de 13,8 procent komen; 8,2 procent voor rundvee, 25,5 procent voor varkens en 35,5 procent voor pluimvee.
De groei over de afgelopen monitoringsperiode en de in voorbereiding zijnde integraal duurzame stallen laten perspectief zien voor een verdere toename van het aandeel duurzame stallen. Op basis van dierplaatsen blijkt dat 19,5 procent van het rundvee, 35 procent van de varkens en 34 procent van het pluimvee integraal duurzaam gehouden wordt.