Column: Niet alles kan overal
Remkes praat in zijn rapport over de stikstofuitstoot van diverse bedrijfstakken in Nederland. Buiten een goede economische onderbouwing van zijn aanbevelingen mis ik een ruimtelijke visie, waarbij ook wonen, recreëren en mobiliteit worden meegenomen.
Sinds 1950 is een kwart van de landbouwgrond verhuisd van landbouw naar een bestemming voor het bouwen van huizen, wegen of fabrieken. Landbouw heeft daar goed op ingespeeld door met moderne technieken de output per vierkante meter te verhogen. Gevolg is een door veel burgers vervloekte schaalvergroting (die overigens in bijna alle economische sectoren plaatsvindt).
Wat ruimtegebruik betreft willen we in Nederland veel. Ik som op:
- Steeds minder mensen per woning;
- Ruimte voor recreatie en natuur;
- Natuurgebieden verbinden zodat wolf en wild zwijn kunnen zwerven;
- Een tweede woning als het even kan;
- Het studentenleven is niet compleet als je niet op kamers gewoond hebt;
- Voldoende ruimte op de autobaan en in de trein;
- Geen hoogbouw in de steden;
- Ruimte voor een ruimhartig asielbeleid;
- Arbeidsmigranten horen niet hutjemutje te worden gehuisvest;
- Koeien in de wei en als het even kan de varkens en kippen ook;
- Minimaal 25% van het landbouwareaal biologisch bewerkt (EU-ideetje);
- Ingepolderd land teruggeven aan de zee;
- Zonnevelden voor de productie van hernieuwbare energie;
- Ruimte voor windmolens, maar niet in mijn achtertuin;
- Liever niet wonen of werken in de uithoeken van het land, zoals Groningen en Zeeland.
Waarschijnlijk ben ik niet compleet maar ik vind het al heel wat. In al haar beleid zal de overheid hier toch rekening mee moeten houden. We kunnen inderdaad niet alles overal en een land zonder landbouw en maakindustrie is dodelijk saai en economisch uitermate kwetsbaar. Er moeten dus niet alleen keuzes worden gemaakt door ondernemers maar ook door burgers.
Een genuanceerde discussie is onmogelijk geworden en met een bepaalde mening word je meteen in een kamp geduwd.
Wat behouden we van onze zorgvuldig opgebouwde welvaart en wat geven we weg (voor een wellicht hoger, moreel doel)? Onze regeringen van de laatste decennia hebben hier nooit echt de regie over gevoerd en hebben om de hete brij heen gedraaid. Een enorme polarisatie is het gevolg.
Een genuanceerde discussie is onmogelijk geworden en met een bepaalde mening word je meteen in een kamp geduwd. Je bent vóór of tegen en standpunten worden kracht bijgezet door de feiten flink te overdrijven (of weg te laten). De grootste schreeuwer wint. De oplossing van de regering om dan maar meer verantwoordelijkheid bij lagere overheden neer te leggen (provincies en gemeentes) leidt alleen maar tot meer verschillen en dus polarisatie.
Ik ben helemaal niet negatief over de landbouwparagraaf van het Adviescollege Remkes. Er staat dat ondernemers dienen te worden afgerekend op resultaat, dat we dat resultaat ook echt moeten meten en dat we onze innovatiekracht moeten gebruiken om nog preciezere landbouw te bedrijven. Ik vrees echter dat we door de polarisatie er niet uitkomen en het voorlopig blijft bij simpele maatregelen zoals saneren van boeren en het maximaliseren van het stikstofgehalte in voer.
Geen erg intelligente maatregelen maar passend bij het niveau van onze Tweede Kamer.