Tweede Kamer: Tempo slachthuizen moet omlaag
Een meerderheid van de Kamerleden stemde in met een motie van Esther Ouwehand (PvdD), die de regering oproept om per direct slachthuizen op te dragen de slachtsnelheid te verlagen. Een zelfde meerderheid stemde voor een motie van Tjeerd de Groot (D66), die de regering opdraagt om alles in het werk te stellen om slachthuizen zelf financiële verantwoordelijkheid te laten nemen voor een vermindering van de slachtcapaciteit.
De Groot stak in zijn motie vooral in op de risico’s voor de volksgezondheid, nu medewerkers in slachthuizen vaak besmet blijken met het coronavirus. Om veilig te kunnen werken is het noodzakelijk om de slachtsnelheid terug te brengen, redeneerde hij, maar een tekort aan slachtcapaciteit zou leiden tot overvole stallen en dierenwelzijnsproblemen. Varkens- en pluimveehouders zouden niet op die manier de dupe mogen worden van de omstandigheden in slachterijen.
Esther Ouwehand had in haar motie geen overwegingen gezet. Maar haar partij ijvert al lang voor een lager tempo in slachthuizen, om zo het dierenwelzijn te verbeteren. Haar motie spreekt echter niet uit of de lagere snelheid voor altijd moet zijn, of slechts zolang de coronacrisis - of althans, het aantal besmettingen van slachthuismedewerkers - duurt. Dat geeft de regering, en de slachthuizen, speelruimte omtrent de manier waarop de motie wordt uitgevoerd.