Niet méér stalbranden in grote stallen, dan in kleinere stallen
Brandweer Nederland en het Verbond van Verzekeraars houden een registratie bij
van het aantal stalbranden, dierlijke slachtoffers en de oorzaak voor zover deze te
achterhalen is. Uit deze gegevens kan volgens de brandweer en de verzekeraars geen statistisch significante relatie worden afgeleid tussen de grootte van veestallen en de kans op een stalbrand. Wel is het zo dat bij een brand in een grote stal de kans dat er meer dieren sterven groter is.
Minder stalbranden
Ook het beeld dat het aantal stalbranden is gestegen en het aantal dieren dat omkwam in 2019 'explosief is gestegen', verdient nuance blijkt uit de antwoorden van Schouten. Het krantenartikel sprak over een 'verdubbeling' ten opzichte van 2012. Na enige jaren van stijging van het totaal aantal stalbranden was in 2019 juist echter weer een daling te zien.
In 2018 waren er ruim 60 stalbranden en in 2019 41 stalbranden. Het ‘explosief’ toegenomen' aantal dieren dat omkwam bij branden in 2019, is daarnaast vertekend. Bij één brand, die werd aangestoken en de oorzaak dus niets had te maken met slechte brandveiligheid, kwamen alleen al 100.000 kippen om. „Als je bij de analyse van deze cijfers de brandstichting in het Groningse Kiel-Windeweer in 2019 buiten beschouwing laat, is te zien dat sinds 2017 sprake is van een lager aantal dierlijke slachtoffers", aldus de minister.
„Zo waren er in 2017 ruim 232.000 dierlijke slachtoffers te betreuren als gevolg van 28 stalbranden. In 2018 waren er 122.000 dierlijke slachtoffers als gevolg van 28 stalbranden en in 2019 waren ruim 75.000 dierlijke slachtoffers als gevolg van 17 stalbranden te betreuren, de slachtoffers van bovengenoemde brandstichting niet meegerekend”, schrijft Schouten.
Knaagdieren
Of bijtschade door knaagdieren de voornaamste oorzaak is van stalbranden, kan Schouten bevestigen, noch ontkennen. „Op basis van de kennis en ervaring van de partners van het Actieplan brandveilige veestallen over oorzaken van stalbranden, waaronder Brandweer Nederland en het Verbond van Verzekeraars, kan dit niet worden vastgesteld”, aldus Schouten. Geheel uitgesloten, kan het volgens haar echter ook niet.
Bovendien toont volgens haar de praktijk aan dat lekstromen of kortsluiting, al dan niet door knaagschade, door een goede elektrische installatie worden opgevangen en niet tot brand leiden. „Vandaar dat periodieke elektrakeuringen van belang zijn als preventieve maatregel tegen stalbranden”, meent Schouten.
Periodieke keuringen
In 2018 en 2019 hebben alle varkens-, kalver- en pluimveehouderijen in Nederland, die zijn aangesloten bij een kwaliteitssysteem, een elektrakeuring gehad, die periodiek herhaald gaat worden. Tekortkomingen zijn verholpen. „Deze elektrakeuringen dringen het risico op kortsluiting, de belangrijkste oorzaak van stalbranden, terug"aldus Schouten.
In 2019 is door de stuurgroep van het Actieplan Stalbranden tevens besloten dat het accent wordt verlegd naar een risicogerichte aanpak. Daarbij wordt op basis van het risicoprofiel van stallen gekozen voor aanvullende maatregelen. De maatregelen richten zich volgens Schouten met name op de grote pluimvee- en varkensstallen, omdat bij brand daar meer dierlijke slachtoffers kunnen vallen.
Brand- en rookdetectie in de technische ruimte van veestallen scoort volgens haar gunstig als schadebeperkende maatregel. Om de toepassing van snelle detectie te bevorderen hebben de pluimvee- en varkenssector aan verzekeraars en brandweer gevraagd of het mogelijk is om gezamenlijk te komen tot een predicaat ‘brandveilige stal’. Dit wordt door de partners van het Actieplan uitgewerkt.
Binnenkort stuurt Schouten de Tweede Kamer een brief over stalbranden en aanvullende maatregelen in de aanpak van stalbranden.