ISN uit zorgen over toekomst Duitse varkenshouderij
Onder zeugenhouders ziet de Duitse varkenshouderorganisatie een nog verontrustender beeld; één op de tien zeugenhouders is er afgelopen jaar in aantal dieren op achteruit gegaan. Sinds 1999 is de Duitse zeugenstapel zelfs met 23 procent gekrompen.
Stagnerende groei
De ISN (Interessengemeinschaft der Schweinehalter Deutschlands) constateert zelfs in de varkensbolwerken Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen een terugloop in aantal varkens en varkenshouders. In beide deelstaten nam het aantal zeugenhouders tussen 2010-2016 met bijna 40 procent af. Met name de Denen en Nederlanders hebben het tekort aan binnenlandse biggen de afgelopen zes jaar ingevuld.
Bijzonder opvallend vindt de ISN dat de gemiddelde bedrijfsgrootte slechts langzaam groeit in alle regio's. In Nedersaksen is het aantal dieren al drie jaar rond de 230 zeugen en in Noordrijn-Westfalen ongeveer 200 zeugen. In Beieren stagneert de bedrijfsgrootte op 100 zeugen en in Baden-Württemberg op 150 zeugen. Oorzaak voor de stagnerende groei is volgens de belangenbehartiger dat er door de overheid steeds meer eisen worden gesteld waardoor groei nauwelijks mogelijk is. Bovendien stoppen tegenwoordig niet alleen de kleinere bedrijven, maar ook de grotere.
Textielindustrie achterna
De effecten van de krimpende varkenshouderij zijn moeilijk voor de ISN in te schatten. Vooral in Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen hangen veel banen vast aan de varkenshouderij. De ISN zegt dat de varkenshouderij moet voorkomen dat het de weg van de textielindustrie achterna gaat.
„Het is nu tijd om een innovatie-vriendelijke omgeving voor de varkenshouderij te creëren. We moeten laten zien dat het overgrote deel van de Duitse varkens op klassieke familiebedrijven worden gehouden. In Nedersaksen is men met het masterplan op het juiste spoor. Dit voorbeeld moeten andere deelstaten volgen.”
Tekst: Ruben van Boekel
Beeld: Ruth van Schriek